Geschiedenis van de dierenbescherming

Geschiedenis van de Dierenbescherming

Op 25 augustus 2014 bestond de Dierenbescherming 150 jaar. Deze organisatie werd in 1864 door een groep met dierenwelzijn begaande mannen in Den Haag opgericht als ‘De 's-Gravenhaagsche Vereeniging tot Bescherming van Dieren’. De Dierenbescherming is de grootste en oudste Nederlandse instelling die zich bezighoudt met het welzijn van dieren.


De Trekhondenwet


Een van de belangrijkste speerpunten waar de Dierenbescherming zich vanaf haar oprichting mee bezighield was het welzijn van werkdieren in de stad. Aan het eind van de negentiende eeuw werden dieren voor allerlei klussen gebruikt waarbij mensen of zware vracht vervoerd moesten worden. Naast paarden maakte vooral het gewone volk veel gebruik van trekhonden. Deze honden hadden een behoorlijk zwaar leven. Met de Trekhondenwet, die de Dierenbescherming in 1910 wist te bewerkstelligen, werd dit wat meer veraangenaamd. De houder van een trekhond kon deze nu niet meer volledig verwaarlozen, omdat hij verplicht was zich te registreren in een hondenkarregister. Het dier zelf moest minimaal een jaar oud zijn en een minimale schofthoogte hebben van 50 centimeter. Dit werd in 1914 verhoogd naar 60 centimeter. Ook voor het houden van andere dieren werden wetten en regels opgesteld. Sinds 1886 is dierenmishandeling bijvoorbeeld een misdrijf.


Gebruik van de hondenkar


Dat er regels waren opgesteld voor het gebruik van de hondenkar betekende niet dat het gebruik van de hond als lastdier snel uitstierf. De overheid maakte immers zelf ook gebruik van honden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden honden onder andere gebruikt om mitrailleurs, munitie en gereedschap te vervoeren en tot 1922 gebruikten postbodes van het ‘Staatsbedrijf der Posterijen’ de hondenkar om kleine pakketjes en brieven te bezorgen. Ook de situatie waarin de dieren zich bevonden verbeterde maar mondjesmaat, omdat er volgens de Dierenbescherming veel te weinig toezichthouders waren om te kijken of mensen zich wel aan de regels hielden. Vanaf 1920 nam de Dierenbescherming daarom zelf vrijwillige veldwachters in dienst.


De vee industrie


Pas in 1961 werd het gebruik van trekhonden definitief verboden. Het belangrijkste focuspunt van de organisatie was toen al enige tijd verplaatst van dieren in de stad naar dieren op het platteland. De intensieve veeteelt die na de Tweede Wereldoorlog op gang kwam zorgde niet alleen voor bijvoorbeeld grote overschotten van melk, groentes en vlees in de jaren zestig, maar ook voor nieuwe vormen van dierenleed. Tegen dierenleed in de stal wist de Dierenbescherming echter pas in 1998 echt iets concreets te bereiken, toen een verbod op het houden van zeugen aan de ketting werd ingesteld. Vanaf 1986 was wel het toezicht op de dieren iets verbeterd, omdat de organisatie genoeg geld binnenkreeg van donateurs om een landelijke inspectiedienst in te stellen waarbij controleurs wel betaald kregen.


De Dierenbescherming vandaag


Tegenwoordig doet de Dierenbescherming nog steeds veel om de situatie van boerderijdieren te verbeteren. In 2006 wist de organisatie bijvoorbeeld een verbod op het houden van kalveren in kisten te bewerkstelligen. Daarnaast probeert de organisatie al lange tijd iets te doen aan het te ver doorfokken van honden. Vooral de Engelse buldog, de chihuahua en de King Chevalier zijn rassen die hier structureel problemen door ondervinden. Deze honden hebben last van kortademigheid, moeilijk passende organen of een constante koppijn. Ook circusdieren en dieren in dolfinaria ziet de Dierenbescherming het liefst verdwijnen, omdat deze dieren daar op geen enkele manier hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Tegelijkertijd doet de Dierenbescherming er alles aan om de jacht op wilde dieren zoveel mogelijk te verminderen. Dit past volgens de instelling namelijk niet meer bij de huidige tijd. Er blijkt dus nog genoeg dierenleed te zijn om tegen te vechten. De meeste honden hebben tegenwoordig wel een stuk beter leven. Wie nu nog een hondenkar tegenkomt zal de hond in de kar vinden en het baasje het werk zien doen in plaats van andersom.

Bronnen:


Afbeelding:


Fotocollectie Anefo via www.gahetna.nl

Landen: 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.