Geschiedenis van de IQ-test
IQ testen zijn ‘fundamenteel fout’ en de gedachte dat we de intelligentie van een persoon kunnen meten door middel van een simpele test is een ‘waanidee’, aldus een nieuw Brits onderzoek. Wetenschappers zijn al sinds de 19e eeuw op zoek naar een betrouwbare methode om de verstandelijke vermogens van een persoon objectief vast te stellen, met allerlei gevolgen van dien.
De eerste pogingen om op wetenschappelijke wijze de intelligentie van een persoon vast te stellen ontstonden in de 19e eeuw. Zo testte de Engelse psycholoog Sir Francis Galton (1822-1911) zijn proefpersonen op hun reactievermogen, visuele perceptie en tastvermogen. Galton’s methode was gebaseerd op zijn ervaringen met mentaal gehandicapten, wiens ‘differentiërende vermogen opmerkelijk laag [is]. Zo kunnen ze warm en koud maar nauwelijks van elkaar onderscheiden en is hun ervaring van pijn zo afgestompt dat ze maar amper lijken te beseffen wat het is’. Galton stelde dan ook dat intelligentie iets fysieks is, en dat educatie geen enkele rol speelt.
Alfred Binet
Het Franse ministerie van Onderwijs weigerde deze conclusie echter te onderschrijven en gaf psycholoog Alfred Binet (1857-1911) opdracht een nieuwe intelligentietest te ontwikkelen. In Frankrijk was namelijk net de leerplicht ingevoerd, en dus had men behoefte aan een methode om op jonge leeftijd vast te stellen of een kind verstandelijk beperkt was of niet. Binet besloot zich in zijn onderzoeken vooral te richten op de verbale capaciteiten van kinderen, en hen op basis daarvan een ‘mentale leeftijd’ toe te wijzen.
Verenigde Staten
Hoewel Binet zelf benadrukte dat zijn onderzoeken zeer beperkt waren en nooit rekening konden houden met individuele omstandigheden, vond zijn methode toch gretig aftrek in de Verenigde Staten. Zo werden tijdens de Eerste Wereldoorlog alle nieuwe rekruten van het Amerikaanse leger onderworpen aan een reeks tests om te bepalen of zij mentaal wel geschikt waren. Intelligentieonderzoeken werden echter ook ingezet voor veel negatievere doeleinden. Zo werden in de jaren ’20 tienduizenden vrouwen gedwongen gesteriliseerd op basis van hun lage testuitslagen.
IQ score
In 1912 stelde de Duitse psycholoog William Stern voor om de uitslagen van de onderzoeken terug te brengen tot één score, het Intelligenz Quotient (IQ). Hij paste dit idee toe op de Stanford-Binet test (de verbeterde versie van de Binet-test) door de ‘mentale leeftijd’ te delen door de werkelijke leeftijd van het kind, en deze uitslag vervolgens te vermenigvuldigen met honderd. Een kind met een mentale leeftijd van 11 en een werkelijke leeftijd van 10 had volgens deze rekensom dus een IQ van 110 (11 / 10 x 100 ). Later werd ook een aangepaste IQ-methode geintroduceerd voor volwassenen, waarbij een uitslag van 100 gelijk stond aan het rekenkundig gemiddelde in de test.
Ontwikkeling
In de afgelopen eeuw hebben IQ tests vervolgens een grote ontwikkeling doorgemaakt. Zo maakt één van de meest uitgebreide onderzoeken, de ‘Structure of Intellect’ test uit 1967, een onderscheid tussen maar liefst 120 verschillende vormen van intelligentie. “Toch is het een waanidee dat intelligentie gemeten kan worden door middel van een test”, zo stelt Roger Highfield, onderzoeker aan het Science Museum in London. Als onderdeel van een studie naar het nut van IQ-tests hield hij een online enquête onder meer dan 100.000 respondenten over de hele wereld.
Onbetrouwbaar
Uit de resultaten bleek dat geen enkele methode of IQ score de verschillende uitslagen van de proefpersonen kon verklaren. Volgens de onderzoekers komt dit omdat de intelligentie van een mens bestaat uit drie afzonderlijke aspecten: het geheugen, de redenatie en de verbale kunde. “Het heeft me altijd al verbaasd dat we het menselijk brein graag omschrijven als het meest complexe object in het Universum, maar dat we tegelijkertijd geloven dat we het vermogen van de hersenen simpelweg kunnen vaststellen door het doen van enkele zogeheten IQ-tests”, aldus Highfield.