Geschiedenis van het eiland Sint-Maarten
Volgens VVD-Kamerlid André Bosman is het tijd voor een ‘justitiële coup’ op het eiland Sint-Maarten. Hij vindt dat de minister van Justitie van Sint-Maarten, Roland Duncan, afgezet moet worden. Hij wil een rijksofficier aanstellen omdat de ‘toenemende corruptie en criminaliteit het internationaal aanzien van ons koninkrijk beschadigd'. Het eiland stond van 1815 tot 2010 onder Nederlands bewind.
Het Antilliaanse eiland Sint-Maarten werd volgens de overlevering voor het eerst gespot door de bekende ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus in 1493. Hoogstwaarschijnlijk heeft hij nooit voet op het eiland gezet, maar voer hij er alleen maar langs. Wel heeft hij het eiland gezien en aangemerkt als ‘Spaans bezit’. Het eiland dankt haar naam aan de dag waarop Columbus het eiland voor het eerst gezien heeft: 11 november, de naamdag van de heilige Sint Martinus van Tours (Sint-Maarten). De Spanjaarden stichtten er geen kolonie en lieten het eiland in eerste instantie voor wat het was.
Verdrag van Concordia
In 1634 werden de Antillen door de Nederlandse West-Indische Compagnie (WIC) veroverd op de Spanjaarden. De WIC verhandelde slaven op Curaçao, waarna ze als arbeidskrachten op de plantages van de omliggende eilanden aan het werk gezet werden. Op Sint-Maarten was het oogsten van zout, afkomstig uit de zoutmeren in het zuiden van het eiland (The Salt Pond), een belangrijke bron van inkomsten. Frankrijk vestigde ook kolonisten op het eiland, voornamelijk vanwege deze grote zoutvoorraad. Frankrijk en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden sloten daarom op 23 maart 1648 een verdelingsverdrag: het Verdrag van Concordia. Hiermee werd bepaald dat de noordelijke helft van het eiland voor Nederland was, en dat Frankrijk de zuidelijke helft kreeg.
Autonoom land
De Spanjaarden bleven echter pogingen doen het eiland in handen te krijgen, waardoor Sint-Maarten tussen 1648 en 1815 talloze malen van eigenaar wisselde. In 1815 werden de Antillen uiteindelijk een Nederlandse kolonie. Gedurende de Tweede Wereldoorlog waren de Antillen het enige Nederlandse grondgebied dat niet door de Duitsers bezet was. In 1954 kwam er een einde aan de koloniale status van de eilanden. Uiteindelijk kreeg Sint-Maarten op 2 november 2006, net als Curaçao, de status van autonoom land als onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden toegewezen. Op 10 oktober 2010 werd deze wijziging daadwerkelijk doorgevoerd.
Rijksofficier
Door deze status vindt premier Mark Rutte dat ‘het Openbaar Ministerie op het eiland eerst zelf aan zet is, omdat Nederland geen directe zeggenschap heeft over het eiland’. Bosman stelt dat er een rijksofficier aangesteld moet worden, omdat hij meent dat de huidige gang van zaken niet langer wenselijk is. Volgens hem ‘heeft Nederland de voormalige Antillen sowieso veel te lang gepamperd’.
Bronnen
- NRC.nl, VVD wil Rijksofficier op Sint Maarten (…), 25-03-2013
- Nu.nl, VVD en SP willen rijksofficier (…), 25-03-2013
- Comité Koninkrijksrelaties, Geschiedenis sinds 1954 (…)
- Landenweb.net, SINT MAARTEN Geschiedenis (…)
- Mr.-online.nl, Historisch St. Maarten (…), 12-02-2013
- Wrc.nl, Landinformatie Sint Maarten (…)