Geschiedenis van het Teylers Museum
“Teylers is van uitzonderlijke universele en culturele waarde, dat willen we graag samen op de kaart zetten”, aldus Cees van ’t Veen, directeur van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Het oudste museum van Nederland is genomineerd voor de Werelderfgoedlijst van UNESCO. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed geeft daarom 200.000 euro subsidie aan de instantie, die ooit begon als ‘boek en konstzael’.
De geschiedenis van het Teylers Museum gaat terug tot 1784, toen achter de woning van de zes jaar daarvoor overleden Haarlemse zijdefabrikant en bankier Pieter Teyler van der Hulst (1702-1778) een openbaar kennisinstituut voor kunst en wetenschap werd geopend.
Een kind van zijn tijd
Pieter Teyler was de zoon van Isaac Teyler en Maria van der Hulst, beiden afkomstig uit welgestelde doopsgezinde families. Teylers Schotse voorouders hadden zich in de 16e eeuw uit religieuze overwegingen in Nederland gevestigd. Teyler was duidelijk een kind van zijn tijd en koesterde veel verlichtingsidealen. Vanuit zijn grote belangstelling voor kunst en wetenschap en zijn overtuiging dat kennis een belangrijk middel ter verrijking van de mensheid vormde, verzamelde hij vanaf jonge leeftijd een grote hoeveelheid objecten, waaronder fossielen, wetenschappelijke prenten, instrumenten, boeken en munten.
Testament
In 1728 trouwde Pieter Teyler van der Hulst, die inmiddels de familienaam van zijn moeder aan zijn eigen naam had toegevoegd, met de Amsterdamse Helena Wynands Verschaave. Na de dood van zijn vrouw in 1756, stelde hij zijn testament op. Daarin bepaalde Teyler dat het vermogen en bezit dat hij na zou laten toekwam aan een op te richten stichting ter bevordering van kunst, wetenschap en godsdienst. Hij wees vijf van zijn vrienden aan als toekomstige directeuren van deze stichting.
‘Boek en konstzael’
Aan zijn wens werd gehoor gegeven. In 1779, een jaar na het overlijden van Teyler, werd - in opdracht van de pas in het leven geroepen Teylers Stichting - achter zijn woning aan de Damstraat 21 begonnen met de bouw van een ‘boek en konstzael’. Het ontwerp voor deze ruimte, die nu de ‘Ovale zaal’ heet, kwam van architect Leendert Viervant. De eerste conservator, Martinus van Marum, opende de expositieruimte annex bibliotheek in 1784. Vanaf het begin trok de collectie van Teyler grote publieke belangstelling. Pas vijftig jaar na de opening breidde het museum zijn de boek- en kunstverzameling voor het eerst uit. Een nieuwe ingang aan het Spaarne werd gerealiseerd in 1878, een eeuw na Teylers dood. In hetzelfde jaar voegde de Teylers Stichting twee fossielenzalen en een instrumentenzaal toe aan wat inmiddels het Teylers Museum heette.
Recente verbouwingen
In 1996 zijn nog een grote tentoonstellingszaal, een educatieve ruimte en een museumcafé geopend in een nieuwe vleugel van het Teylers Museum, zes jaar later gevolgd door een multimediaruimte, een nieuwe museumwinkel en een opgeknapte entreehal. In 2012 werd het hoogste bezoekersaantal in de geschiedenis van het museum bereikt: 147.500. Dit was grotendeels te danken aan de expositie van een grote verzameling schetsen van de Italiaanse kunstschilder Rafaël (1483-1520).
Werelderfgoedlijst
Met de subsidie die het Teylers Museum ontvangt van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, kan nu worden begonnen met de restauratie van de oorspronkelijke woonruimte van Pieter Teyler. In juni 2013 wordt besloten of het oudste museum van Nederland een plek verdient op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
<h3>Bronnen</h3>
<p><a href="http://www.cultureelerfgoed.nl/actueel/persberichten/teylers-ontvangt-20... target="_blank">Cultureel Erfgoed</a></p>
<p><a href="http://www.teylersmuseum.eu/" target="_blank">Teylers Museum</a></p>
<p><a href="http://whc.unesco.org/en/tentativelists/5634/" target="_blank">UNESCO</a></p>