Geschiedenis van make-up
Afgelopen week is in Oostenrijk een ‘make-up set’ gevonden uit het stenen tijdperk. De set bestaat uit een leem en vijzel, die gebruikt werd bij het beschilderen van lichamen. Make-up wordt al eeuwenlang gebruikt, en voor deze nieuwe vondst waren de oudste bewijzen hiervan afkomstig uit het oude Egypte. Het ‘beschilderen’ van het gezicht werd tijdens sommige tijdperken echter als ongepast gezien.
Vrouwen en farao’s in Egypte gebruikten een soort gezichtscrème, gemaakt van honing en oliën, om rimpels tegen te gaan. Ook werd kool of lood gebruikt om wimpers donker te kleuren en lijntjes boven en onder de ogen te zetten. Een bekend voorbeeld hiervan is de buste van Nefertiti, waarop ze met en dikke lijn eyeliner te zien is.
Make-up bij de Romeinen en in de middeleeuwen
Ook bij de Romeinen was make-up gangbaar en populair en werd kool, rouge en poeder gebruikt. Zo schreef de Romeinse toneelschrijver Plautus; ‘Een vrouw zonder verf (make-up)is als eten zonder zout’. Tijdens de middeleeuwen verdween deze traditie. Make-up werd gezien als iets zondigs wat alleen door prostituees gedragen werd. In de Elizebethaanse tijd (1533-1603) werd het gebruik van make-up zelfs als ongezond gezien, ook al schminkte Elizabeth zichzelf compleet wit.
Make-up in de Renaissance en 19e eeuw
Voor vrouwen en mannen uit de hogere klassen was het vanaf de Renaissance wel gebruikelijk om hun gezicht zo wit mogelijk te poederen. Daarmee lieten ze zien dat ze hun dagen binnen spendeerden en ze dus niet tot de werkende klasse behoorden. Vooral in Frankrijk werd dit veel gedaan. Ook begonnen vrouwen hier rode rouge en lippenstift te dragen. Andere landen keken hier met een schuin oog naar en meenden dat de ‘beschilderde’ Fransen iets te verbergen hadden. In de 19e eeuw besloot koning Victoria van Engeland zelfs te verklaren dat make-up onbeleefd was en alleen gedragen werd door prostituees en actrices. Haar mening werd door velen gedeeld.
Make-up in de 20e eeuw
In de 20e eeuw werd make-up steeds normaler. Vooral vanaf de jaren ’30 werd het steeds gebruikelijker om make-up te gebruiken, in navolging van de filmsterren uit Hollywood. Zo werd bijvoorbeeld de eerste mascara uitgevonden door een Amerikaanse chemicus, die het product Mabel noemde, naar zijn zus. Het merk bestaat nog steeds als Maybelline. In de Tweede Wereldoorlog werd deze ontwikkeling in Duitsland echter een halt toegeroepen. De nazi’s hielden er namelijk de slogan ‘Die deutsche Frau schminkt sich nicht’ op na. Make-up werd door hen nog steeds geassocieerd met de Fransen en de prostitutie, iets waar de Duitse vrouw zich verre van moest houden.
Acceptatie van Make-up
Na de Tweede Wereldoorlog werd make- up volledig geaccepteerd, met dank aan beroemdheden als Audrey Hepburn, Marilyn Monroe enTwiggy. Vooral in de jaren ’60 werd er, net als op andere gebieden, veel mee geëxperimenteerd en werden de ‘winged line’ en de rode lippenstift als klassiekers herontdekt. Toen werd de gangbare naam voor opmaakspullen ook het Engelse ‘make-up’.