Geschiedenis van Skiën
Veel Nederlanders hebben, met als doel om te gaan skiën, deze kerstvakantie de Alpen of Pyreneeën bezocht. In januari en februari vinden allerlei skiwedstrijden plaats, zoals de Wereldbekerwedstrijden in het Duitse Hinterzarten. Meer dan 7000 jaar geleden trotseerden de nomadische volkeren in het hedendaagse Noorwegen en Zweden voor het eerst de met sneeuw bedekte bergen op de lange latten.
Oudste vorm
De oudste rotsschilderingen met daarop skiënde mensen zijn maar liefst 7000 jaar oud. Academici geloven dat de eerste ski’s zijn gemaakt van botten van grote dieren. Deze botten zouden de eerste skiërs aan de neus van hun schoenen hebben vastgemaakt met leren bandjes. De eerste echte houten ski’s zijn afkomstig uit Noorwegen en dateren uit 2500 tot 4500 jaar voor Christus. Omdat de ski’s niet goed vastgemaakt konden worden werden ze hoofdzakelijk op vlakke ondergronden gebruikt.
Het ging hierbij niet om een vorm van vermaak, zoals vandaag de dag het geval is, maar de ski’s werden gebruikt als hulpmiddel in de jacht en voor militaire manoeuvres.Ski’s waren bovendien een normaal transportmiddel voor de prehistorische Scandinaviërs. Skiën speelde een grote rol in de Noorse mythologie. Verschillende goden als Ullr en Skaði hadden bijvoorbeeld ski’s als attributen. Ook in de middeleeuwen werden de ski’s nog gebruikt tijdens oorlogen. In 1200 na Christus bij de slag om Oslo in Noorwegen zouden Noorse verkenners met ski’s de Zweden hebben bespioneerd. Op een zelfde wijze werd er in 1747 vormgegeven aan een speciale Noorse skibataljon, een legereenheid.
Ontwikkeling van de ski
Tot de 19e eeuw had skiën voornamelijk een praktisch nut. Hier kwam verandering in door de Noor Sondre Norheim (1825-1897). Norheim was de eerste die van skiën een recreatieve activiteit maakte. Dit deed hij voornamelijk door allerlei innovaties in de skitechnologie teweeg te brengen. Hij vond de eerste stijve Skibindingen uit. Vóór Nordheim werden de houten latten vastgebonden met touwtjes, maar Nordheim bond ski’s vast met natte, gedraaide wortels van een berk. Dit bracht nieuwe mogelijkheden met zich mee. Men kon nu tijdens het skiën springen, zonder dat de ski’s afvielen. De ski’s die Norheim ontwikkelde dienen nog steeds als standaardmodel voor alle hedendaagse producten. Norheim werd zelf gezien als een meester der ski’s. In 1868 won hij de eerste grote wedstrijd: de Noorse nationale skikampioenschappen.
Populariteit door ontdekkingsreizen
Bewapend met een skiuitrusting en honden ondernam Fridtjof Nansen in 1890 een geslaagde expeditie naar Groenland. Zijn successen werden wereldberoemd. Bij beide ontdekkingsreizigers stond een effectief gebruik van ski’s centraal. Deze ontdekkingsreizen speelden zo tot de verbeelding bij de Europeanen dat een grote groep zich ging verdiepen in de skitechnieken. De Oostenrijkse Mathias Zdarsky introduceerde een techniek waarmee één ski in een hoek op de lijn van de helling geduwd wordt. Dit heeft tot gevolg dat de snelheid van het skiën gecontroleerd kan worden. De Oostenrijker Johannes Schneider raakte hierdoor geïntrigeerd en bouwde voort op Zdarsky’s technieken. Zo bedacht Schneider allerlei nieuwe technieken om te stoppen en te draaien op ski’s. Schneider bedacht vervolgens een nieuwe formele methode: de Arlberg Techniek. Dit was de eerste echte methode voor ski-instructie. De meeste moderne technieken zijn op de methode van Schneider gebaseerd.
Olympische spelen
Het Internationaal Olympisch Comité heeft in 1924 een extra wintersportweek aan de Olympische Spelen toegevoegd. Dit bleek een groot succes te zijn. Er werd besloten dat voortaan elke vier jaar de Olympische Winterspelen georganiseerd zouden worden. Op deze eerste internationale wedstrijden won de Noorse skiër Thorleif Haug de 15 en 50 kilometer langlauf én de noordse combinatie. Ook werd hij derde in het schansspringen en was de grote winnaar van de gehele internationale skiwereld.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Bergwijzer.nl
afbeelding
Vincent Stoltenberg Lerche [Public domain], via Wikimedia Commons