Gezond eten in de 19e eeuw
Fastfoodketen McDonald’s maakt de Happy Meals, maaltijden voor kinderen, in de VS gezonder. Dat maakte het bedrijf dinsdag bekend. Tegenwoordig kun je overal eten kopen, gezond en ongezond, van het station tot op de hoek van de straat. In een maatschappij waar voedsel in overvloed beschikbaar is en gezond eten de orde van de dag, is het nauwelijks denkbaar dat mensen in Nederland een eeuw geleden nog nauwelijks groente aten.
Het groenteverbruik onder de bevolking van Nederland was tot het midden van de 20e eeuw laag en maakte nauwelijks deel uit van het voedingspatroon van de lagere klassen. Sinds de Middeleeuwen tot omstreeks 1800 was brood het hoofdvoedsel van de samenleving. Met name doordat er rond 1500 een vleestekort ontstond, nam brood de plaats van vlees in. Na 1800 stootte de aardappel het brood van de eerste plaats. In de keuze van voedsel was men tot in de 20e eeuw afhankelijk van het aanbod. Er was geen voedselzekerheid, zoals nu het geval is.
Tarwebrood
De grootste reden voor de geringe consumptie van groente was dus het beperkte en de daarmee samengaande hoge prijzen. Daarnaast aten de lagere klassen weinig groente, omdat het te weinig energie gaf door het hoge percentage water in vergelijking met bijvoorbeeld de populaire aardappel. Door de Industriële Revolutie, de urbanisatie en de bevolkingsgroei veranderde die eetcultuur eind 19e eeuw, begin 20e eeuw. Zo ging van 1850 tot 1900 tarwe de plaats innemen van het goedkopere roggebrood. Brood en aardappelen domineerden dus het dieet in de eind 19e eeuw. Vlees werd gezien als een luxe product. Omstreeks 1890 verscheen bij arbeidersgezinnen hooguit eenmaal per week vlees op tafel.
Aanbod
Het gebruik van meer en verschillende soorten groente kon slechts gestimuleerd worden als het aanbod toenam. Door moderne productiemethoden, zoals de glastuinbouw, kwam er in de twintigste eeuw een massaal aanbod van relatief goedkoper groente en fruit op de markt. Ook massatransport en verbeterde koeltechnieken waar vanaf de 20e eeuw steeds vaker gebruik van werd gemaakt, maakten het gebruik van het groene voedsel aantrekkelijker. De verbreiding van groente als belangrijk element in het avondeten is in Nederland in de 20e eeuw doelbewust bevorderd door de overheid. Het relatief hoge groenteverbruik dateert pas van na de jaren ’50. Toen brak er in Nederland en de rest van West-Europa namelijk een periode aan van ongekende welvaartsgroei. Het resultaat was een groter aanbod in voedingsmiddelen, waarmee de eetcultuur drastisch veranderde.