Heilige Oorlogen in perspectief
Noord-Korea heeft gedreigd met een ‘heilige oorlog’ tegen de Verenigde Staten. Vandaag zijn Zuid-Korea en Amerika namelijk begonnen aan een grootschalige militaire oefening. De nieuwe Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un vat dit op als een provocatie. Hij moet zichzelf bewijzen als nieuwe leider en heeft religieuze sentimenten aangewakkerd om het volk voor zich te winnen. Al sinds de oudheid worden heilige oorlogen gevoerd en bestrijdt de mens zijn naasten in naam van god.
Deelnemers van heilige oorlogen menen dat ze vechten voor een hoger spiritueel doel. Zij die niet geloven in de eigen god worden geschetst als tegenstanders van het geloof. De haat tegen ‘ongelovigen’ sloeg veelvuldig om in militairisme. Velen zullen meteen denken aan de Jihad en aan de kruistochten, en terecht, wat dat zijn typische voorbeelden van heilige oorlogen. Er zijn echter ontelbaar meer voorbeelden, zoals de Joods-Romeinse oorlogen, de Abyssijnse-Adal Oorlog en de Bokseropstand.
Joods-Romeinse oorlogen (1e tot 2e eeuw na Christus)
In weinig provincies bleek het zo moeilijk de orde te bewaken als in Judae, het thuisgebied van het Joodse volk. Hoewel de Romeinen veel respect hadden voor hun geloof, traden Romeinse keizers vaak hard op tegen Joden. De verovering van Jeruzalem ging gepaard met veel geweld en de heilige tempel van Jeruzalem werd plat gebrand door de troepen van Titus (70 na Christus). De Romeinse overheersing had een grote impact op het Judaïsme. Het werd de religie van een minderheid. Ze kwamen enkele malen in opstand: de Joods-Romeinse Oorlogen (tussen 66 en 135 na christus).
Abyssijnse-Adal Oorlog (1529-1559)
Van 1529 tot 1559 vond er een conflict plaats tussen het Ethiopische Rijk en het Adal Sultanaat. In Ethiopië floreerde het christendom sinds 300 na Christus. Daarnaast kende Ethiopië oude lokale natuurgodsdiensten die nu in het geding kwam door de toename van islamitische bekeerlingen. De imam Ahmad ibn Ibrihim al-Ghazi leidde de troepen van Adal en veroverde grote stukken van Ethiopië. Kerken en christelijke monumenten werden verbrand. Onder meer vanwege hun christelijke geloof, schoten de Portugezen Ethiopië te hulp en dit voorkwam grotendeels dat het Afrikaanse rijk ten onder ging.
De Bokseropstand (1899-1901)
China was aan het eind van de 19e eeuw in verval. Met name onder de boeren heerste er hierdoor een sfeer van agressie tegen de buitenlanders in het land. Er ontstonden geheime genootschappen die zich richtten op het verwijderen van vreemdelingen. De grootste beweging was die van de ‘Vuisten der Eensgezindheid en Gerechtigheid’, door westerlingen de Boksers genoemd. Ze zagen alle buitelanders als ‘de harige mensen’ en voelden zich genoodzaakt tot het voeren van een heilige oorlog tegen de buitenlandse mogendheden om hun tradities en geloof te behouden. Ook Chinese christenen en mensen die buitenlandse goederen gebruikten moesten vernietigd worden. De beweging was doordrongen van spirituele rites en ze putten kracht uit oude religieuze tradities afkomstig uit het Taoïsme. Zo dachten ze immuun te zijn voor kogels na het uitvoeren van bepaalde rituelen en minachtten sommigen het gebruik van vuurwapens. De opstand duurde twee jaar en was zeer bloedig.
Militante religies
Naast de drie genoemde voorbeelden, gaat het rijtje oorlogen van godsdienstige aard lang door. Op veel plekken waar verschillende religies dicht bijelkaar leefden, bleek er kans op conflict. Ook de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un lijkt van het principe van een heilige oorlog gebruik te willen maken. Het frappante is echter wel dat Noord-Korea officieel een atheïstische staat is. De persoonlijkheidscultus rondom de dictator heeft echter spirituele proporties aangenomen, waardoor Kim Jong-un waarschijnlijk de term heilig gebruikt.