Het uitsterven van de Reuzenalk
De reuzenalk, ook wel de pinguïn van het Noordelijk Halfrond genoemd, stierf op 3 juli 1844 uit toen het laatst levende paar gedood werd op het IJslandse eiland Eldey. Er is meer dan 100.000 jaar jacht gemaakt op de vogels tot de soort in de negentiende eeuw volledig uitgeroeid werd. De reuzenalk was een belangrijke voedselbron voor de Indianen en had lange tijd een sterk symbolische waarde voor de inheemse bevolking van Amerika.
Reuzenalk
De reuzenalk was een grote zeevogel, met veel gelijkenissen tot de pinguïn, en had een hoogte van zo’n 75 centimeter. Het dier bewoog zich moeizaam over land, maar was zeer wendbaar en snel te water. De officiële benaming van de reuzenalk is de pinguinus impennis. Pinguinus komt uit het Keltisch en betekent ‘witte kop’. Impennis betekent ‘zonder slagpenningen’ en dit verwijst naar het feit dat de vogel niet in staat was tot vliegen.
Leefgebied reuzenalk
De reuzenalk at voornamelijk vis en vond zijn broedplekken op kleine rotseilandjes. Ze kwamen oorspronkelijk in het gehele noordelijke gebied van de Atlantische Oceaan voor. In de winters werden ze ook in delen van Europa gesignaleerd, waaronder in Nederland, maar vanwege een tekort aan broedplaatsen verbleven ze hier niet lang.
Jacht op reuzenalk
De Indianen maakten al eeuwen gebruik van de reuzenalken als bron van voedsel. Ook werden de reuzenalken gebruikt bij begrafenissen, zo werden mensen begraven met in hun graf botten van de reuzenalk en werden ze ingewikkeld in mantels van reuzenalk-huid. Toen de Europeanen in Amerika aankwamen werd de populatie van de reuzenalk echter in rap tempo verminderd, doordat de Europanen ze opaten en gebruikten als visaas. Zeevaarders en handelaren doodden de dieren voor hun vlees, huiden en veren en dit vond veel aftrek in Europa. De Europese reuzenalkpopulaties waren in het midden van de zestiende eeuw al ernstig verminderd.
Uitroeiing
De wens van wetenschappers om wetgeving te maken die de voortdurende jacht op de vogels zou doen verminderen werd niet gehonoreerd door de jagers. De toenemende schaarste van de vogel maakte hem alleen maar meer populair bij verzamelaars. Het laatste paar van de reuzenalk bevond zich in juli 1844 op het eilandje Eldey in IJsland. Tijdens hun zoektocht in opdracht van een handelaar troffen drie jagers een paartje reuzenalken bij hun nest. Jón Brandsson en Sigurður Ísleifsson grepen de twee vogels en draaiden hen de nek om, hun collega Ketill Ketilsson ruïneerde het ei door er op te staan. Er is sindsdien slechts één keer, in 1852, melding gedaan van het zien van een reuzenalk.
Fossielen
Wereldwijd zijn er zo’n 24 volledige skeletten van een reuzenalk bewaard gebleven. In Nederland zijn op diverse locaties fossielen van de reuzenalk aangetroffen. De skeletten werden onder andere gevonden bij de legerbasis in Velsen, in Valkenburg en op de Maasvlakte.
Afbeelding:
- De Reuzenalk, 1836. Door John James Audubon in: The Birds of America, Vols. I-IV, 1827-1838. Via Wikimedia Commons