Irak-Iran oorlog
Op 20 juli 1988 nam de VN Veiligheidsraad Resolutie 598. Daarin werd opgeroepen alle vijandelijkheden te staken. Irak accepteerde de resolutie, maar Iran weigerde in eerste instantie. Zij wilden dat Saddam Hoesseins verantwoordelijkheid voor de oorlog moest worden erkend. Khomeini accepteerde de wapenstilstand alsnog.
Eerste Perzische Golfoorlog
De Irak-Iran oorlog was een militair conflict tussen Irak en Iran. Het werd ook wel de Eerste Perzische Golfoorlog genoemd. De oorlog duurde van 22 september 1980 tot 20 augustus 1988. In Iran was in 1979 de Iraanse Revolutie uitgebroken en het land was gehuld in chaos. Hoessein maakte gebruik van deze wanorde en viel op 22 september 1980 de provincie Khoezistan binnen. Hij vond dat het land behoorde tot het ‘Historische Irak’. In het verdrag van Algiers van 1975 waren de grenzen tussen Iran en Irak vastgelegd en met de inval schond Hoessein dit verdrag dan ook.
Bloedige uitputtingsoorlog
Aanvankelijk verliep het conflict gunstig voor Irak. Maar de inval bond de verschillende Iraanse volken en de Iraanse leiders verenigden zichzelf. Het werd een totale oorlog. Irak zette gifgas in, er werden loopgraven gegraven en mijnvelden aangelegd. In juli 1982 dreef Iran Irak terug naar hun oorspronkelijke grenzen uit 1975. Maar ze namen er geen genoegen mee en trokken Irak in. De Iraniërs waren echter niet in staat om de Irakezen te verslaan en de oorlog liep uit op een bloedige uitputtingsoorlog. De Irakezen gingen steeds meer gifgas gebruiken om de Iraniërs te kunnen stoppen. Arabische landen steunden Irak om een dominantie in het Golfgebied te voorkomen. Iran had zich niet populair gemaakt. Irak leek in die tijd voor het Westen de minst grote boeman en met name de VS leverden wapens aan de troepen van Hoessein. Irak had een materieel overwicht, Iran een overwicht in mankracht.
Resolutie 598
De oorlog bleef doorgaan en bombardementen volgden elkaar op. Duizenden burgers werden gedood door gifgas en chemische en biologische wapens. In het totaal stierven 100.000 Iraniërs en Koerden aan de gevolgen hiervan. Op 20 juli 1988 nam de VN Veiligheidsraad unaniem Resolutie 598 aan waarin werd opgeroepen alle vijandelijkheden te staken. Irak accepteerde de resolutie, maar Iran weigerde met de reden dat op zijn minst Saddam Hoesseins verantwoordelijkheid voor de oorlog moest worden erkend. Later accepteerde Khomeini de wapenstilstand alsnog.
