James Watson en Koning Richard III van Engeland: DNA-onderzoek in de praktijk

James Watson verkocht in 2014 zijn Nobelprijs, die hij verdiende met zijn ontdekking van de dubbele helix van DNA, voor een recordbedrag van 3,8 miljoen euro. Alisher Usmanov, de anonieme koper, geeft deze medaille terug aan de rechtmatige eigenaar. Door de ontdekking van Watson kan tegenwoordig DNA-onderzoek worden uitgevoerd op lichamen die honderden jaren oud zijn. Historici profiteren hiervan bij het onderzoek naar koning Richard III van Engeland, wiens lichaam niet zo lang geleden werd gevonden onder een parkeerplaats in Leicester. Uit onderzoek naar het DNA blijkt nu dat iemand in de koninklijke familie ontrouw is geweest.

James Watson

James Dewey Watson, de eerste Nobelprijswinnaar die zijn prijs bij leven verkocht, werd op 6 april 1928 geboren in Chicago, Illinois. In 1943 kreeg Watson een studiebeurs voor de Universiteit van Chicago en in 1947 studeerde hij af als zoöloog. In dit onderzoeksveld promoveerde hij na zijn studie aan de Indiana University in Bloomington. Tijdens zijn studie werd Watson sterk beïnvloed door genetici als H.J. Muller en T.M. Sonneborn. Hierdoor ontwikkelde hij een diepe interesse voor de genetica, iets wat hem geen windeieren zou leggen. Op 25-jarige leeftijd ontwikkelde James Watson samen met de Engelsman Francis Harry Compton Crick het model voor DNA. Nadat eerdere pogingen niet het gewenste resultaat gaven, was het in maart 1953 toch raak. De twee strengen die samen het DNA vormen bestaan uit nucleotiden, bio-organische verbindingen, die in de vorm van een dubbele helix met elkaar verbonden zijn. Baseparen verbinden de tegenover elkaar liggende nucleotiden. De vier verschillende nucleotiden, aangeduid met A, T, G en C, zorgen voor een enorme hoeveelheid aan mogelijke combinaties binnen het DNA, waardoor iedereen uniek is.

Nobelprijs en DNA-onderzoek

Watson, Crick en Maurice Wilkins kregen in 1962 de Nobelprijs voor de Geneeskunde uitgereikt voor hun ontdekkingen op het gebied van de molecuulstructuur en de nucleïnezuren. De ontdekking van de structuur van DNA was een ware wetenschappelijke doorbraak op verschillende gebieden. Allereerst konden wetenschappers nu verklaren hoe erfelijk materiaal overgedragen werd en wat wel en niet erfelijk bepaald was. Daarnaast was de ontdekking belangrijk voor ziektes als kanker, waar celdelingen een grote rol spelen.

Opsporing misdadigers en ouder-kindrelaties

Ook werd in de loop der jaren DNA-onderzoek steeds belangrijker bij sporenonderzoek na een misdrijf. Wanneer DNA-sporen op een plaats delict werden gevonden, kon dit uitsluitsel geven over de mogelijke dader. Naast het opsporen van misdadigers, kan DNA-onderzoek ook gebruikt worden voor het bepalen van ouder-kindrelaties. Dit laatste wordt nu dus onderzocht met het lichaam van koning Richard III van Engeland.

Koning Richard III van Engeland

Het DNA-onderzoek op het lichaam van koning Richard III van Engeland maakte duidelijk dat ergens in de bloedlijn van de Engelse koninklijke familie een vrouw  buitenechtelijke kinderen heeft gehad. Dit zou betekenen dat de huidige koningin, Elizabeth II, mogelijk geen directe afstammeling van het koninklijk geslacht is. Hoewel dit geen bedreiging vormt voor de positie van haar, haar kinderen of haar kleinkinderen, betekent het wel nieuw voer voor discussie. Historici kijken likkebaardend uit naar nieuwe ontdekkingen en speculeren er lustig op los. Veel van hen gokken op de vrouw van koning Eduard III, wiens derde zoon volgens de geruchten afstamt van een Vlaamse slager.

Mysteries voorlopig niet ontrafeld

Het zal de komende tijd echter wel bij speculeren blijven, want de lichamen van de koninklijke familie liggen veilig in hun kapel, beschermd door de strenge Britse wet. Misschien kunnen we in de toekomst aan de hand van DNA meer mysteries van het Engelse koningshuis ontrafelen, maar voorlopig zal men het moeten doen met de ontrafeling van het leven van koning Richard III, iets wat op zichzelf al een hele studie is.