Karel V: Keizer van het moderne Europa
Roy SprangersAl vanaf zijn zesde levensjaar regeerde Karel V over een aanzienlijk groot gebied. Gedurende de rest van zijn leven wist hij zijn bezittingen uit te breiden tot het grootste Europese rijk sinds dat van Karel de Grote. Karel V investeerde ook in de centralisering van zijn rijk, waardoor hij een belangrijke rol speelde bij de staatsvorming in onder meer Spanje en de Nederlanden.
Karel werd geboren op 24 februari 1500 te Gent. Hij was de oudste zoon van de Bourgondische vorst Filips de Schone en diens vrouw Johanna van Castilië, die de geschiedenisboeken in ging als Johanna de Waanzinnige. Zijn ouders brachten veel tijd door in Spanje, waardoor de opvoeding van Karel in handen viel van zijn tante Margaretha van Oostenrijk, de landvoogdes van de Nederlanden.
De zesjarige Karel erfde de Bourgondische Nederlanden
In 1506 stierf Filips de Schone, waarmee de zesjarige Karel de Bourgondische Nederlanden erfde. Vanwege zijn leeftijd werd echter besloten Margaretha van Oostenrijk aan te laten als regentes, terwijl zij zorgde dat Karel het best mogelijke onderwijs ontving. Zijn leraren waren onder meer Willem II van Croy en Adriaan van Utrecht, de latere Paus Adrianus VI. Karel bleek tijdens zijn lessen vooral een aanleg te hebben voor talen. Zo zou hij op latere leeftijd gezegd hebben: “Ik spreek Spaans tegen God, Italiaans tegen vrouwen, Frans tegen mannen en Duits tegen mijn paard”.
Johanna de Waanzinnige
Ondertussen bleek zijn moeder Johanna niet in staat te zijn om het plotselinge verlies van haar man te verwerken. Ze liet het lichaam van Filips balsemen en in een loden kist stoppen, maar weigerde deze te begraven. Sterker nog, ze nam de lijkkist mee op al haar reizen en opende deze iedere dag, in de hoop dat haar man op een ochtend weer op zou staan. Johanna’s vader, Ferdinand II van Aragon, realiseerde zich dat dit niet veel langer zo door kon gaan. In 1507 liet hij zijn dochter daarom waanzinnig verklaren, waarna hij zelf het regentschap van Castilië op zich nam.
Keizer Karel V
Na de dood van Ferdinand II in 1516 viel deze positie vervolgens in de handen van Karel. Drie jaar later stierf vervolgens ook Karels andere grootvader, Maximiliaan I van Oostenrijk. Hiermee erfde de jonge koning ook de Oostenrijkse erfdommen, zodat Karel uitgroeide tot een van de machtigste vorsten van heel Europa. Op 23 oktober 1520 kroonden de Duitse keurvorsten hem dan ook tot Rooms koning en wezen ze hem aan als de toekomstige keizer van het Heilige Roomse Rijk.
Regentensysteem
Om zijn steeds groter wordende imperium bijeen te houden kreeg Karel V van zijn omstanders het advies om zijn rijk centraal te organiseren. Zo stelde zijn grootvizier Mercurino di Gattinara voor om één centraal bestuursapparaat op te richten, waaraan de grootvizier dan zelf de leiding zou geven. Karel vreesde echter dat hij op deze manier te afhankelijk zou worden van Di Gattanara, en koos er daarom voor om zijn rijk te verdelen onder drie landvoogden, die hij persoonlijk benoemde en aanstuurde. Met dit zogeheten ‘regentensysteem’ bevorderde Karel de staatsvorming in de drie afzonderlijke delen van zijn rijk, waaronder Spanje en de Nederlanden.
Oorlogen
Ondertussen was Karel op 10 maart 1526 in het huwelijk getreden met Isabella van Portugal en werd hij in 1530 door Paus Clemens VII gekroond tot keizer van het Heilige Roomse Rijk. Deze voortdurende machtsuitbreiding van Karel V werd echter met argusogen bekeken door de Franse koning Frans I, die zijn rijk inmiddels omringd zag door de keizerlijke gebieden.
Het machtsconflict resulteerde tussen 1521 en 1559 in maar liefst vijf afzonderlijke oorlogen, die echter grotendeels onbeslist bleven. Wel behaalde Karel in samenwerking met zijn broer, koning Ferdinand van Hongarije, een aantal grote overwinningen op de Ottomaanse sultan Süleyman I, die zijn invloed in Oost-Europa probeerde uit te breiden.
Aftreden
In zijn strijd tegen de opkomst van de Reformatie leed Karel echter een grote nederlaag. Jarenlang zette de katholieke keizer zich in voor het behoud van de eenheid van het christendom binnen zijn rijk, maar hij slaagde er niet in de protestantse keurvorsten in Duitsland van hun geloof af te brengen. Met de Godsdienstvrede van Augsburg in 1555 werd uiteindelijk besloten dat iedere rijksvorst de vrijheid had om de staatsreligie in zijn gebied te kiezen, een compromis dat Karel als een persoonlijke nederlaag zag.
Nog datzelfde jaar deed de keizer afstand van zijn troon. Karel V besloot de Spaanse gebieden - waaronder de Nederlanden - over te dragen aan zijn zoon Filips II, terwijl het keizerschap ten deel viel aan zijn broer Ferdinand I. Vervolgens trok Karel zich terug in zijn villa in het Spaanse Caucus de Yuste, waar hij op 21 september 1558 overleed.