Kernenergie is nog maar jong
Het kerntijdperk begon slechts zestig jaar geleden in Chicago in 1942. Op 2 december van dat jaar slaagden wetenschappers er in de eerste stabiele nucleaire kettingreactie op gang te brengen. Deze reactor, die de Chicago Pile-1 genoemd werd, had geen enkele vorm van beveiliging tegen straling en ook geen koelsysteem.
De wetenschappers vonden dat niet nodig, omdat aan de hand van de berekeningen en de geringe hoeveelheid gebruikte splijtstof de kans op een ontploffing of meltdown zeer gering was. Het toonde treffend aan hoe weinig men eigenlijk nog wist. Een commissie die later onderzoek deed concludeerde dat er een enorm risico was genomen door een dergelijk experiment in een dichtbevolkte omgeving te houden.
Op zoek naar de atoombom
In 1943 werd de reactor verplaatst naar Red Gate Woods in Illinois. Onder de naam Chicago Pile 2 maakte de reactor deel uit het Manhattan Project, de zoektocht naar de atoombom. Daar vlak bij werd ook Chicago Pile 3 gebouwd, de eerste reactor die werkte met zwaar water. Nadat de reactors in de jaren ’50 waren ontmanteld werden zij ook op het terrein van Red Gate Woods begraven.
Van oorlogsdoeleinden naar energievoorziening
Chicago Pile 1, 2 en 3 waren bedoeld als experimentele reactors, voornamelijk voor oorlogsdoeleinden. Maar natuurlijk waren er ook slimme geesten die zagen dat kernenergie ook electriciteit kon opwekken. In een reactor in Idaho slaagden wetenschappers er in december 1951 in om elektriciteit op te wekken door middel van kernenergie. Het bleef bij experimenten.
Het waren niet de Amerikanen, maar de Russen die voor het eerst die een kerncentrale bouwden die die energie aan het elektriciteitsnet kon leveren: APS-1 Obninsk. De kerncentrale in de stad Obninsk werd in 1954 in gebruik gesteld en had een vermogen van zes Megawatt. De centrale bleef tot 2002 in gebruik. Het waren de Engelsen die in 1956 de eerste commerciële kerncentrale openden: Calder Hall in Sellafield, in het Noordwesten van Engeland.
Afbeelding:
- By ENERGY.GOV (HD.5A.021Uploaded by bomazi) [Public domain], via Wikimedia Commons