Koninklijke Hoogovens

Staalproducent Tata Steel wil flink gaan bezuinigen en dit betekent dat er veel mensen binnen het bedrijf hun baan zullen verliezen. De Nederlandse tak van het bedrijf staat bekend als de Hoogovens. Koninklijke Hoogovens werd in 1918 opgericht in IJmuiden.

Oprichting

In 1914 werden de eerste plannen voor de de bouw van de staalfabriek in Nederland gemaakt, waaronder ook drie hoogovens. Een van de redenen voor de oprichting was om Nederland minder afhankelijk te maken van geïmporteerd staal. Hoe lastig die afhankelijkheid was, bleek tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen de import van staal bijna stil kwam te liggen. Het bedrijf Koninklijke Nederlandsche Hoogovens en Staalfabrieken N.V. werd op 20 september 1918 opgericht in Den Haag.

Voor de fabriek werd aan de Noordzeekust bij IJmuiden een stuk grond gekocht. Daar verrees het grote fabriekscomplex, inclusief een haven, zodat ijzererts en steenkool makkelijk aangevoerd konden worden. In december 1923 was het complex af en werd de eerste lading ijzererts aan de fabriek geleverd. In januari 1924 was men zo ver dat de eerste hoogoven werd verwarmd en er echt ijzer werd gemaakt.

Koninklijke Hoogovens tijden de oorlog

Tegen 1930 waren alle drie de hoogovens in gebruik. In de daaropvolgende jaren werd de fabriek verder ontwikkeld, waarbij de productie van ruw ijzer veranderde in staalproductie met een Siemens-Martinoven. Aan het eind van de jaren ’30 werd de bouw van de eerste walserij van de fabriek (Walserij West) gestart, tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de machines van de walserij echter door de Duitsers in bezit genomen en verscheept naar Watenstedt in Duitsland. Tijdens de oorlog kreeg de fabriek nog meer te verduren: regelmatig was de staalfabriek een doelwit voor aanvallen en bombardementen. Een gebrek aan grondstoffen bracht de productie tot stilstand en meerdere directeuren moesten onderduiken. Na de oorlog werd de walserij teruggebracht naar Nederland en deze werd tot 1992 nog gebruikt.

Hoogoven zes in IJmuiden in 2007

Wederopbouw

Als onderdeel van de wederopbouw werd er na de oorlog flink in de staalfabriek geïnvesteerd. Het aantal hoogovens werd in de jaren ’40 en 50’ uitgebreid – in 1961 had de fabriek vijf hoogovens. Ook kreeg de fabriek er een tweede walserij (Walserij Oost) bij die tot 1953 in gebruik was. Deze werd vervangen door een nieuwe walserij die o.a. gefinancierd werd door het Marshallplan. Een zesde hoogoven werd in 1967 in gebruik genomen, vijf jaar later werden de eerste twee oude hoogovens buiten gebruik gesteld.

Staalcrisis

Tijdens de jaren ’70 had de staalcrisis een grote impact op de staalfabriek. De staalcrisis was een recessie in de wereldwijde staalindustrie, als gevolg van de economische recessie van 1973 tot 1975 en de oliecrisis van 1973. Deze crisis werd nog verergerd door de oliecrisis van 1979 en duurde tot het eind van de jaren ’80. Het bedrijf moest veel mensen ontslaan, in 1973 gingen staakten daarom 2300 arbeiders. Dit was de enige keer dat werknemers van het bedrijf staakten.

Fusie

In 1991 werd de derde hoogoven buiten gebruik gesteld. Een paar jaar later werden twee hoogovens gekocht door de Indonesische staalgroep Gunawan Steel Group. De jaren ’90 had ook een naamswijziging in petto: het bedrijf veranderde zijn officiële naam in Koninklijke Hoogovens. In juni 1999 kondigden British Steel plc en Koninklijke Hoogovens aan dat zij zouden fuseren tot Corus. Slechts acht jaar hebben zij van deze fusie kunnen genieten: in 2007 werd het bedrijf overgenomen door het Indiase Tata Steel.

De financiële crisis die van 2007 tot 2011 overal voor een banenverlies zorgde, trof ook Tata Steel. Weer werden veel mensen uit het bedrijf werkloos. Nu worden 12 jaar later door grote bezuinigingen vanuit Tata Steel voor een derde keer veel mensen ontslagen uit het bedrijf.

Leestip:

Geschiedenis hoogovens Bedrijvigheid in Velsen in de lange twintigste eeuw: Geschiedenis en archieven
Redactie: Frans Willem Lantink en Boudien de Vries
Uitgeverij: Verloren
ISBN: 9789087046491
Winkelprijs: €19,–