Truman ondertekent het Marshallplan
Washington 1948 - Europa ligt in puin, Russische troepen hebben Berlijn ingenomen en de Tweede Wereldoorlog is voorbij. De economie ligt aan diggelen en een armoede treft de bevolking van meerdere landen in Europa. Als grote winnaar van de oorlog hadden de Amerikanen juist een enorme industrie opgebouwd. Ze besluiten de Europeanen financieel te steunen met de wederopbouw. Op 3 april 1948 ondertekent president Harry Truman daarom het Marshallplan.
Het was een omvangrijk materieel hulpplan, dat het initiatief was van de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, George Marshall. Drie jaar na de oorlog begon het programma om de door oorlog getroffen landen in Europa weer op de been te krijgen. Er lagen meerdere drijfveren achter dit Marshallplan.
Meer weten over het Marshallplan? In Geschiedenis Magazine 4 van 2022 staat een extra dikke special over het Marshallplan. Hoe werd het plan aangepakt? Waarom zette de VS dit plan op, ondanks dat het land zelf diep in de schulden zat?
Mis niks, neem nu een abonnement.
Buffer tegen Sovjet-Unie
Belangrijk voor Amerika was het vormen van een buffer tegenover de Sovjet-Unie. Men was bang dat de Sovjet-Unie ook West-Europa zou overnemen en dat het communisme zou floreren in arme landen. Dankzij het Marshallplan dacht de Amerikaanse overheid de Europese landen aan zich te binden en te incorporeren in een trans-Atlantisch verbond, dat in 1949 praktisch gerealiseerd werd met de oprichting van de NAVO.
Trumandoctrine
De Marshall hulp lag in lijn met de Trumandoctrine om het communisme geografisch te beheersen. Het is niet verwonderlijk dat de Russische minister van Buitenlandse Zaken, Molotov, zich verzette tegen het Marshall plan en het verwoordde als “een bedreiging voor de soevereiniteit van de kleine Europese landen”. Oost-Europese landen werd het door Stalin verboden om mee te doen met het hulpprogramma.
Economische wederopbouw Duitsland
Een tweede drijfveer was dat een economische wederopbouw van Europa ook voordelig was voor de Verenigde Staten, door het creëren van een afzetmarkt. Ook had men geleerd van de Eerste Wereldoorlog, dat wederopbouw meer garantie gaf voor vrede dan boetedoening en korte termijn denken. Zo werd er een aanzienlijk bedrag gestoken in de wederopbouw van het verwoeste Duitsland. Concreet gezien bestond de hulp uit geld, goederen, grondstoffen en levensmiddelen.
Marshallhulp in Nederland
Ook Nederland maakte er graag gebruik van. Zo’n 20 procent van alle hulp was een lening, de rest een gift. Tweemaal werd de hulp aan Nederland bijna beëindigd, vanwege bloedige militaire acties in Nederlands-Indië (1949) en het niet willen sturen van Nederlandse troepen naar Korea tijdens de Koreaanse Oorlog (1950). Een algemene voorwaarde voor de Marshallhulp was dat landen zich openstelden voor de wereldhandel.