Lodewijk de Vrome

Lodewijk de Vrome: keizer van het Heilige Roomse Rijk

Een fraai versierd elandgewei dat in 1952 door de Duits-Nederlandse bankier Mannheimer aan het Rijksmuseum in Amsterdam werd geschonken, blijkt na recent onderzoek van onschatbare waarde te zijn. Het gewei vormde rond 1000 na Christus hoogstwaarschijnlijk een decoratiestuk van de graftombe van Lodewijk de Vrome (778-840), de zoon van Karel de Grote. Van 814 tot 840 was hij keizer van het Heilige Roomse Rijk.


Lodewijk de Vrome werd geboren op 11 april 778 in het Franse Chasseneuil, als vierde zoon van Karel de Grote en Hildegard, dochter van een Frankische edelman. Toen Lodewijk drie jaar oud was, werd hij als gevolg van de decentralisatiepolitiek van zijn vader gekroond tot koning van Aquitanië. Terwijl zijn taken werden waargenomen door bevelhebbers en hovelingen, genoot de jonge koning goed onderwijs en maakte hij zich onder meer de klassieke talen eigen. In 795 trouwde Lodewijk met Ermengarde van Haspengouw.


Opvolger van Karel de Grote


In 813, een jaar voor het overlijden van Karel de Grote, werd Lodewijk als enige nog levende zoon benoemd tot mederegent en erfgenaam van het Roomse Rijk. In 814 volgde hij zijn vader op als koning van de Franken, hertog van Beieren en keizer van het Heilige Roomse Rijk. Wel werd Lodewijk pas in 816 officieel tot keizer gekroond in Reims, door paus Stefanus. Lodewijks regeerperiode stond in het teken van zowel staatkundige als kerkelijke hervorming. Hij profileerde zich als een voorbeeldig christen en streefde in zijn hele rijk een strikte naleving van de Benedictijner leefregels na. Dankzij zijn inzet voor de verspreiding van het christelijke geloof verdiende Lodewijk zijn bijnaam ‘de Vrome’.


Ordinatio imperii


Tijdens zijn bewind werd het Heilige Roomse Rijk in toenemende mate geteisterd door invallen van de Vikingen, terwijl Lodewijk de Vrome ook al zijn handen vol had aan plunderende Moren en Avaren, en het neerslaan van opstanden in de grensregio’s. In 817 vaardigde Lodewijk de Vrome de Ordinatio Imperii uit, een document waarin hij de erfopvolging vaststelde door verschillende delen van zijn rijk te verdelen onder zijn zoons, Lotharius, Pepijn en Lodewijk, en later ook Karel (de Kale), die was voortgekomen uit Lodewijks tweede huwelijk met Judith van Beieren in 819. Zo probeerde Lodewijk de Vrome zorg te dragen voor het behoud van de eenheid in zijn rijk. 


Toch stonden de decennia die volgden in het teken van voortdurende strijd. Hoewel het rijk nauwelijks was opgewassen tegen de aanvallen van buitenaf, vond ook binnen de grenzen een machtsstrijd plaats tussen vader en zoons, die onderling telkens nieuwe, opportunistische allianties sloten. Lodewijk stierf uiteindelijk na een kort ziekbed in 840, in zijn burcht op Ingelheim aan de Rijn, waarna Lotharius I hem opvolgde als keizer van het Heilige Roomse Rijk.


Karolingische eetcultuur


Lodewijk de Vrome werd begraven in de Abdij van St. Arnulph te Metz. Het recentelijk ‘herontdekte’ elandgewei zou, volgens een aantekening die bij het gewei werd gevonden, uit deze grafkapel afkomstig zijn, maar is lange tijd vanwege zijn uniciteit beschouwd als een vervalsing. Elanden kwamen namelijk niet of nauwelijks voor in vroegmiddeleeuwse symboliek, waardoor de eventuele relatie tussen Lodewijk de Vrome en een elandgewei zich in een schemergebied bevond. Historicus Herman Pleij claimt echter een verband te hebben ontdekt. De Karolingische eetcultuur stond voor het aantreden van Lodewijk de Vrome volgens Pleij in het teken van overdadige consumptie. Hoewel Karel de Grote al een poging tot minderen had gedaan, vormde zijn dagelijkse ‘dieet’ bestaande uit ‘een kraanvogel, drie schouderstukken, een kapoen en drie kippen’ nog niet bepaald een lijdensweg.


Eland als symbool voor gematigdheid


Lodewijk de Vrome ging gebukt onder deze ‘vreetcultuur’ en streefde naar het vestigen van een vastencultuur, gebaseerd op gematigdheid, de christelijke deugd bij uitstek. Bij een middeleeuwse tekst van tijdgenoot en theoloog Rabanus Maurus, die was opgedragen aan Lodewijk de Vrome, trof Pleij een afbeelding aan met vijf dieren, waarvan er vier symbool stonden voor de vier evangelisten. Het vijfde dier was een eland, en zou volgens Pleij symbool staan voor Lodewijk de Vrome. In het edele dier hadden middeleeuwse wijsgeren mogelijk de ultieme belichaming van bescheidenheid gevonden: als gevolg van zijn grote overbeet graast een eland namelijk erg beheerst en in kleine porties, terwijl hij achteruit wandelt. Deze kalme, gematigde consumptiewijze sloot uitstekend aan bij het deugdelijke streven van Lodewijk de Vrome.


Het unieke en weelderig gedecoreerde gewei, dat volgens recent onderzoek aan de Rijkuniversiteit Groningen stamt uit de periode tussen 980 en 1015 na Christus, is vanuit Metz, via een omweg door Rusland, uiteindelijk in 1952 in het depot van het Rijksmuseum beland. Nu het eindelijk op waarde is geschat, krijgt het zeer kostbare object vanzelfsprekend een prominente plek in het vernieuwde Rijksmuseum, dat op 13 april 2013 zijn deuren weer opent.

Rubrieken: 

Personen: 

Tijdperken: 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.