Luther & de Duitse Boerenoorlog
In 1524 en 1525 – de Reformatie was in volle gang – vond in Duitsland de Boerenoorlog plaats. Vele arme boeren kwamen in opstand tegen de feodale onderdrukking. De boodschap van Luther omtrent de vrijheid van een christen werd één van de argumenten om deze bloedige opstand te beginnen. Hoe reageerde Luther hierop?
Opstanden met een economisch én religieus karakter
Aanleiding tot de Duitse Boerenoorlog waren verschillende losse opstanden in het zuiden en midden van Duitsland, die al vanaf 1518 plaatsvonden en gericht waren tegen de overheid, grondbezitters, de adellijke stand. Boeren weigerden herendiensten uit te voeren of hun tienden (belasting) te betalen. Vanaf het voorjaar van 1524 vonden dit soort oproeren steeds vaker plaats. Groepen horigen, boeren en wat (protestantse) leden van de lage adel streden voor meer rechten en vrijheden, die ze samenvatten in de Twaalf Artikelen (van Zwaben).
De Twaalf Artikelen
In deze artikelen valt zowel het economische karakter als het religieuze karakter van de opstanden op. Dit waren de eisen van de boeren: - Het recht om zélf een predikant te kiezen en te ontslaan - Afschaffing lijfeigenschap en horigheid - Herstelling van oude rechten (bijv. het schieten van wild in de bossen) - Tienden die ten goede zouden komen aan de armen - Verlaging van de pacht - Herstel van gemeenteweiden - Belering alleen als de Bijbel ertoe aanleiding geeft
Bloedige aanvallen
Aanvankelijk snapte Luther het standpunt van de boeren, hij schreef voor hen het pamflet 'Ermahung zum Frieden'. Daarin riep hij ze op niet te vechten, maar vrede te sluiten, want God zelf komt in opstand tegen het onrecht. Toch verspreidden de opstanden zich in 1525 over heel Duitsland en gedeelten van Oostenrijk. Kastelen werden in de fik gestoken en bloedige aanvallen ingezet. Dit hoewel veel boeren geen enkele militaire ervaring en nauwelijks geschikte wapens hadden om mee te vechten. Op 16 april 1525 vond het Weinbergse Bloedbad plaats. Een grote groep boeren bezette het kasteel van Weinberg, waar ze de graaf van Helfenstein en nog 70 andere nobelen gevangen namen en op gruwelijke wijze om het leven brachten. Andere groepen opstandelingen verwierpen deze moordactie en de verantwoordelijke aanvoerder werd vervangen.
'Er is niets giftiger of duivelser dan een rebel'
De gebeurtenissen op deze 16 april waren ook Luther teveel. Hij schreef een stuk tot vermaning, getiteld 'Wider die räuberischen und mörderischen Bauern'. Hierin riep hij zelfs de vorsten van de deelstaten op om hard tegen hen op te treden: ‘Laat ieder die daartoe in staat is hen doodslaan, afmaken of doorsteken. Er is niets giftiger of duivelser dan een rebel’. Luther was bang voor een bloedige revolutie in heel Duitsland. Daarnaast geloofde hij op grond van een gedeelte uit het Bijbelboek Romeinen dat regeerders (hoe slecht ook) niet mocht worden aangevallen, ze zijn immers aangesteld door God. Christenen hebben geen strijd te leveren in het wereldlijke rijk, maar in het geestelijke rijk. Luther kiest hier dus heel duidelijk de kant van de adel en de vorsten. Dit verwarde veel boeren en maakte ze boos. Veel van hen waren aanhangers van de Reformatie die hadden verwacht dat Luther ze in de strijd zou steunen. Deze expliciete keuze is de reformator destijds en later flink aangerekend.
Thomas Müntzer
Eén van de invloedrijkste leiders van deze opstanden was de protestantse theoloog Thomas Müntzer. Aanvankelijk was Müntzer een bewonderaar en uitdrager van het gedachtegoed van Maarten Luther. Toch breekt hij in de jaren '20 met Luthers ideeën, Thomas was er namelijk van overtuigd dat een christen met geweld moet opstaan tegen feodale onderdrukking - en die niet moet respecteren als door God gegeven. Müntzer had diepe, apocalyptische overtuigingen. Hij geloofde dat het einde der tijden nabij was en dat Jezus' terugkomst bespoedigd werd door een dergelijke slechte overheid met geweld op de knieën te dwingen.
Het einde van de opstanden
Nog geen maand na het Weinbergse Bloedbad greep de overheid in, verschillende opstanden werden wreed neergeslagen. Tijdens het Bloedbad bij Frankenhausen werden tussen de 3 000 en 10 000 opstandelingen gedood en werd Müntzer gevangengenomen, gemarteld en geëxecuteerd. Later vielen er bij de Slag bij Böblingen op 12 mei 3000 doden aan de kant van de boeren, terwijl aan andere zijde maar 40 slachtoffers vielen. Het absolute gebrek aan militaire ervaring en middelen, en te weinig communicatie tussen de verschillende opstandige groepen deed de boeren uiteindelijk de das om. De opstand was gefaald, het oude, feodale regime werd – in een nog strengere vorm – hersteld.
Bronnen
De Zwabisch-Frankische Boerenoorlog, Friedrich Engels
www.parochie-antonius-abt.nl, Inleiding over Maarten Luther
www.pastoralekroes.nl, De Boerenopstand
de.wikipedia.org, Wider die Mordischen und Reubischen Rotten der Bawren
en.wikipedia.org, Thomas Müntzer
en.wikipedia.org, German Peasants War
Afbeelding
Gemälde zum Grossen Deutschen Bauernkrieg von Max Lingner 1951-1955 (unvollendet), via www.bauernkrieg.de