Mislukte aanslag op Johan de Witt
Op 20 augustus 1672 werden de broers Johan en Cornelis de Witt door een woedende mensenmassa in Den Haag vermoord. Het was niet de eerste keer dat de broers voor hun leven moesten vrezen. Twee maanden eerder, op 21 juni, werd al een aanslag op Johan de Witt gepleegd.
Johan de Witt werd in 1625 geboren als zoon van Jacob de Witt, een vooraanstaand regent in Dordrecht. Op 28-jarige leeftijd, in 1653, werd hij aangesteld als raadpensionaris van het gewest Holland. Zijn broer Cornelis bekleedde ook belangrijke functies binnen het bestuur van de Republiek.
Stadhouderloze tijdperk
In 1650 was stadhouder Willem II gestorven en hij werd niet opgevolgd. Hierop volgde het Eerste Stadhouderloze Tijdperk. Johan de Witt was de belangrijkste bestuurder binnen de Republiek. In 1654 werd in de Acte van Seclusie vastgelegd dat de Staten van Holland nooit meer een Oranje tot Stadhouder zouden benoemen. De Republiek behaalde onder leiding van Johan de Witt lange tijd vele successen. Tot 1672.
Het rampjaar
In maart van het rampjaar 1672 verklaarde Engeland de oorlog aan de Republiek, in april volgden Frankrijk en de bisdommen Munster en Keulen dit voorbeeld. De bezettingslegers konden tot in Utrecht de Republiek binnendringen. Het bewind van Johan de Witt werd door het volk schuldig geacht aan de verliezen van de Republiek en de roep om een persoon uit het huis Oranje werd steeds sterker. De zoon van Willem II, prins Willem III, was inmiddels eenentwintig jaar en werd gezien als geschikte opvolger.
Mislukte aanslag
Op 21 juni liep Johan de Witt van het Binnenhof naar zijn woning aan de Kneuterdijk in Den Haag. Onderweg werd hij aangevallen door vier mannen. Zij staken hem met een mes en sloegen Johan bont en blauw, maar hij overleefde de aanslag. Eén van de aanvallers, Jacob de Graaff, werd opgepakt. Hij bekende en werd terechtgesteld. In oranje-gezinde pamfletten uit die tijd werd De Graaff uitgeroepen tot martelaar of werd het geweld gerechtvaardigd.
Moord
In juli 1672 riepen Zeeland en Holland prins Willem III uit tot stadhouder. De overige gewesten volgden. Begin augustus legde Johan de Witt zijn functie als raadpensionaris neer. Cornelis de Witt werd vervolgens beschuldigd van de beraming van een moordaanslag op de prins van Oranje en hij werd opgesloten in de Gevangenenpoort. Toen Johan hem daar opzocht, op 20 augustus, sleurde een woedende mensenmassa beide broers uit de gevangenis. Johan en Cornelis de Witt vonden op gruwelijke wijze de dood, lichaamsdelen en kleding van de broers werden ter plekke verkocht. De teen en tong van Johan de Witt zijn nog steeds te bezichtigen, in het Haags Historisch Museum.