Ondergang van de Andrea Doria
Op 26 juli 1956 verging het Italiaanse passagiersschip Andrea Doria, na een aanvaring met een ander passagiersschip: de Stockholm. In totaal kwamen er 49 mensen bij deze ramp om het leven.
Zinkende passagiersschepen doen natuurlijk meteen denken aan de Titanic, die in 1912 zonk na een botsing met een ijsberg. Op het eerste gezicht had ook de Andrea Doria wel enige overeenkomsten met de Titanic. Beide schepen ware het paradepaardje van hun rederij, en werden beschouwd als de veiligste schepen in hun soort. Maar er waren ook grote verschillen: de Titanic was 57 meter langer, meette ruim 1700 brutoregisterton meer en kon ruim het dubbele aantal passagiers vervoeren, hoewel het aantal opvarenden op hun rampreis elkaar niet veel ontliep: de Titanic vervoerde ruim 2200 mensen, de Andrea Doria had 1706 opvarenden aan boord.
Varen in dichte mist
De Andrea Doria was in 1956 slechts drie jaar in de vaart en had sinds 1953 zo'n honderd reizen over de Atlantische Oceaan gemaakt. Op 25 juli 1956 kwam het schip zo'n honderd kilometer voor de Amerikaanse kust in dichte mist terecht. Kapitein Piero Calamai nam zijn maatregelen: het schip minderde (een klein beetje) vaart, er werden extra uitkijkposten geplaatst bij de radar en op de boeg, en de waterdichte schotten onder het A-dek werden gesloten.
De Stockholm van de Swedish-American Line was diezelfde ochtend uit New York vertrokken. Het schip was kleiner dan de Andrea Doria: 150 meter lang en ruim 12.000 ton). Rond 23:00 uur merkten de beide schepen elkaar op de radar op. De Stockholm had nog geen last van mist en verwachtte haar tegenligger dan ook in zicht te krijgen. Dat kreeg zij ook, maar te laat.
Ten dode opgeschreven
Hoe het precies kon gebeuren is nog steeds een punt van discussie, maar de punt van de Stockholm boorde zich in de stuurboordzijde (rechterzijde) van de Andrea Doria, drong bijna tien meter naar binnen en veroorzaakte zo een gat dat van boven ruim 12 meter breed was. De brandstoftanks aan deze kant waren ook opengescheurd, waardoor 500 ton zeewater het schip binnenstroomde. De Andrea Doria behield slagzij en was al vanaf het eerste moment ten dode opgeschreven.
Beide schepen zonden noodsignalen uit, die door de Amerikaanse kustwacht werden opgevangen. De Andrea Doria kon door de slagzij die zij maakte maar de helft van haar reddingboten gebruiken. De Stockholm liep geen gevaar om te zinken. Met haar reddingsboten werden 500 passagiers van de Andrea Doria gered. In antwoord op de noodsignalen kwamen de schepen 'Île de France', de 'Cape Ann' en de 'Private William H. Thomas' te hulp, die de rest van de opvarenden van het Italiaanse passagiersschip oppikten. Daardoor bleef het aantal slachtoffers beperkt. Van de opvarenden van de Andrea Doria kwamen 44 mensen om. Aan boord van de Stockholm waren vijf doden te betreuren.
Rond vijf uur in de ochtend verlieten de kapitein en elf vrijwilligers als laatsten het schip. Om 9: 45 draaide de Andrea Doria helemaal op haar kant en in het volgende half uur zonk het schip.
Toedracht blijft onduidelijk
De precieze toedracht van de ramp is nooit helemaal duidelijk geworden. Beide scheepvaartmaatschappijen namen elk de schuld op zich. Kapitein Calamai zette nooit meer een voet op een schip en stierf zestien jaar later als een gebroken man.
Eén van de wonderlijkste verhalen van deze scheepsramp betreft Linda Morgan. De voorsteven van de Stockholm was precies onder haar bed doorgegleden. Het veertienjarige meisje was op het dek van de Stockholm geslingerd zonder ernstige verwondingen. Daarom werd zij de 'Miracle Girl' genoemd.