Onderzoek naar heiligverklaring non van Oirschot
Bisschop Antoon Hurkmans maakte op 29 januari 2013 aan de nonnen van het karmelietessenklooster in Oirschot bekend dat hij een proces wil beginnen dat moet leiden tot de zaligverklaring van de oprichtster van het klooster, zuster Maria Margaretha. De ‘Heilige non van Oirschot’ zou in de 17e eeuw vele wonderen verricht hebben en verdient het volgens de bisschop om heilig verklaard te worden.
Zuster Maria Margaretha van Valckenisse werd geboren in 1605 te Antwerpen. In 1624 trad ze toe tot de Antwerpse Carmel en door haar vrome levenswijze had ze een reputatie van heiligheid. In dezelfde periode probeerde Silvester Lintermans, een inwoner van Oirschot, een karmelietessenklooster te stichten. Hij slaagde hier niet in, omdat in 1629 ’s-Hertogenbosch door Frederik Hendrik veroverd werd en in handen kwam van de protestantse Republiek. Katholieke kerken werden gereformeerde gebedshuizen en kloosterlingen en priesters moesten het gebied verlaten.
Toestemming karmelietessenklooster
Dankzij bemiddeling van de Franse koningin-moeder Maria de Medici weet Lintermans in 1644 toch toestemming te krijgen voor het klooster. Hij neemt contact op met de Antwerpse Maria Margaretha, die vervolgens met enkele zusters Antwerpen verlaat om zich te vestigen in Oirschot. In het dorp krijgt ze al snel de bijnaam de ‘Heilige Non van Oirschot’. Ze zou voorspellende dromen hebben, scheen op twee plaatsen tegelijk te kunnen zijn en in 1654 ontving ze stigmata: verwondingen of vlekken op lichaamsdelen waar Christus ook gewond raakte tijdens de kruisiging.
Na het overlijden van Maria Margaretha
In 1658 stierf ze en werd ze opgebaard in de kloosterkapel. Volgens de overlevering hing er een ‘geur van heiligheid’ om haar heen en vertoonde haar lichaam, ook na enkele dagen, geen enkel teken van bederf. Wel kwamen er grote hoeveelheden olie uit het lichaam, die door de betrokkenen worden opgevangen in doeken en in kleine flesjes. De olie zou een genezende werking hebben. Duizenden belangstellende burgers kwamen kijken naar het lichaam. Protestanten spraken van ‘bijgelovige praktijken’. Pas na vijf jaar greep de overheid in. Het lichaam werd in 1663 verwijderd en begraven.
Zaligverklaring
Om voor een zaligverklaring in aanmerking te komen moet er aan de zuster minimaal één wonder toegeschreven zijn. Expert en voorzitter van de rechtbank Stefaan van Calster legde uit dat er na haar leven vele wonderen zijn gemeld. Hij wil in Rome vragen of de tot nu toe bekende getuigenissen voldoende zijn voor een heiligverklaring van de non.
