Onthoofding van Johannes de Doper
Galilea 34 na Christus - “Vraag me wat je wilt en ik zal het je geven,” zegt koning Herodes Antipas tegen het meisje. “Ik wil dat u mij hier op een schotel het hoofd van Johannes de Doper geeft,” antwoordt ze. Op die dag, 29 augustus, werd Johannes de Doper onthoofd.
Johannes de Doper was een joods profeet. Wetenschappers zijn van mening dat hij verwant is aan Maria, de moeder van Jezus van Nazaret. Hoewel er veel verhalen over Johannes zijn, voornamelijk omdat hij in veel religies voorkomt, wordt de versie van de vier evangeliën in het Nieuwe Testament van de Bijbel over het algemeen als betrouwbaarste beschouwd, gezien het feit dat die kort na zijn dood geschreven werd.
Johannes was de enige zoon van priester Zacharias en diens vrouw Elisabeth. Zij was onvruchtbaar, maar de aartsengel Gabriël kondigde Johannes’ geboorte aan. Op 24 juni zag hij het leven, een dag die tot nog toe gevierd wordt in het Christendom.
Johannes riep in zijn latere leven omtrent het gebied Galilea Joden op om deugdzaam te leven en eerbied te tonen aan God. Hij begon mensen te dopen, wat hem zijn bijnaam opleverde. Johannes verkreeg veel volgelingen en werd het bekendst om zijn doping van Jezus bij de Jordaan. Volgens het Evangelie van Mattheüs weigerde Johannes aanvankelijk Jezus te dopen met de woorden: “Ik zou door jou gedoopt moeten worden.”
Ondertussen heerste Herodes Antipas, zoon van Herodes de Grote, over de streken Galilea en Perea als een viervorst van het Romeinse Rijk. Hij liet zich scheiden van zijn eerste vrouw om te kunnen trouwen met Herodias, de vrouw van zijn broer. Johannes berispte Antipas vaak in zijn prediken, omdat het tegen Gods wet was om met de vrouw van zijn broer een relatie te hebben. Antipas werd bang, gezien het feit dat Johannes veel volgelingen had en dus een opstand zou kunnen oproepen.
Antipas besloot Johannes in de cel te gooien, maar niet te vermoorden. De vorst luisterde namelijk graag naar de leer van de Doper. Toen de dochter van Herodias echter een dans voor Antipas opvoerde, zwoer hij als wederdienst haar iets te geven. Zij vroeg haar moeder wat ze moest doen. Herodias beval haar om te vragen om Johannes’ hoofd op een schotel, uit wraak voor zijn prediken tegen haar relatie met Antipas. De vorst voelde zich verplicht haar wens te vervullen en onthoofde Johannes.