Geen afbeelding beschikbaar

Ontstaan van de status aparte van Curaçao

De Curaçaose Statenvoorzitter Ivar Asjes is van plan om Mauro in Curaçao op te vangen als hij in Nederland wordt uitgezet. Het voorstel is juridisch gezien mogelijk omdat het eiland haar asielbeleid onafhankelijk van Nederland mag bepalen. De situatie is het gevolg van de unieke positie die Curaçao al lange tijd inneemt binnen het Koninkrijk der Nederlanden.

Met de invoering van het ‘Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden’ werden Suriname en de Antillen in 1954 grotendeels autonoom. Ze kregen algemeen kiesrecht en mochten voortaan hun eigen politieke bestuur kiezen, maar de twee gebieden bleven nog wel onderdeel van het Koninkrijk. Er werd afgesproken dat er sprake zou zijn van ‘wederzijdse steun’, wat inhield dat de overzeese gebiedsdelen het beleid van Nederland volgden op het gebied van defensie, immigratie en buitenlandse zaken in ruil voor economische steun. Aanvankelijk was de Nederlandse overheid tevreden met deze oplossing, maar dit veranderde eind jaren ’60.

Trinta di Mei

Op 30 mei 1969 brak er onder ongeveer 4.000 Shell arbeiders in Willemstad een opstand uit. De lokale Curaçaose gezaghebbers konden de Trinta di Mei onlusten niet bedwingen en verzochten daarom de Nederlandse marine om hulp. Pas na de inzet van ruim 400 Nederlandse mariniers kon de orde in Willemstad weer worden hersteld. Deze opstand zorgde voor grote ontevredenheid binnen de Nederlandse regering, omdat zij wel verplicht was om militaire steun te verlenen, maar geen inspraak had over de economische vraagstukken die de opstand veroorzaakt hadden.

Suriname

Omdat er tegelijkertijd in Suriname sprake was van soortgelijke politieke onrust gingen er binnen de Nederlandse politiek steeds meer stemmen op om beide gebieden zo snel mogelijk onafhankelijk te maken. In november 1971 nam een ruime meerderheid van de Tweede Kamer dan ook een motie aan waarin gepleit werd voor de onafhankelijkheid van beide gebieden. Niet veel later begonnen de onderhandelingen tussen de Nederlandse en Surinaamse regering, die uiteindelijk op 25 november 1975 resulteerden in de onafhankelijkheid van Suriname.

Nederlandse Antillen

De Antilliaanse regering was echter helemaal niet geïnteresseerd in een afscheiding van het Koninkrijk. Zij vreesde namelijk dat het verbreken van de band met Nederland ook het einde zou betekenen van de Nederlandse economische steun aan de Antillen. Uiteindelijk slaagde de Antilliaanse premier Evertsz erin proces van de onderhandelingen zo lang te traineren dat het ook in Nederland weer van de politieke agenda verdween. In 1975 werd uiteindelijk maar besloten om Nederland en de Nederlandse Antillen twee afzonderlijke landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden te maken.

Status Aparte

Vorig jaar, op 10 oktober 2010, werd het Koninkrijk opnieuw hervormd. Bonaire, Saba en Sint Eustatius werden Nederlandse gemeenten, terwijl Curaçao en Sint Maarten nieuwe landen binnen het Koninkrijk werden. Vanwege deze positie, vergelijkbaar met de status aparte die Aruba sinds 1986 heeft, mag Curaçao onder andere haar eigen asielbeleid voeren. De Curaçaose Statenvoorzitter Ivar Asjes wil nu dus gebruik maken van die mogelijkheid om de Angolese asielzoeker Mauro na zijn uitzetting uit Nederland in Curaçao op te vangen. “Wij willen aan de hele wereld duidelijk maken dat er in het koninkrijk ook landen zijn die niet racistisch zijn”, aldus Asjes. Ook Hendrik Wiels, partijgenoot van Asjes in de nationalistische partij Pueblo Soberano, steunt het plan en ziet het als een kans om “Nederland een les te leren in humaniteit”.

Rubrieken: 

Landen: 

Tijdperken: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief.