Ontwikkeling scheepsbouw tijdens de Gouden Eeuw
Tijdens de Gouden Eeuw was de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden het land van de scheepsbouw. Vanuit heel Europa kwamen aanvragen tot het bouwen van schepen binnen. Zo bestelde Venetië in 1618 twaalf schepen, de Franse koning in 1626 vijf oorlogsschepen en kwam in 1696 zelfs de Russische tsaar Peter de Grote naar de republiek om te leren over scheepsbouw.
Hoeveel schepen?
De precieze hoeveelheid schepen in de Republiek in deze periode is onbekend. Een schatting van de overheid uit 1636 komt uit op 1300 koopvaarders, 450 kustvaarders, 500 haringbuizen, tientallen Oost-Indiëvaarders, oorlogsschepen en honderden overige vissersvaartuigen. Bij deze berekening zijn echter de vele binnenvaartschepen buiten beschouwing gelaten.
Productieaantal
Tevens is het lastig te gissen hoeveel schepen de Republiek jaarlijks produceerde. De bouw van grotere schepen kostte uiteraard meer tijd dan de bouw van kleine schepen. Men vermoedt dat de bouwtijd voor de allergrootste schepen, zoals linieschepen en spiegelretourschepen, tussen de zes en negen maanden bedroeg. Voor een fluitschip tussen de drie en zes maanden. Er werden waarschijnlijk inclusief de buitenlandse opdrachten, jaarlijks drie- tot vierhonderd schepen in de Republiek werden gebouwd.
Nieuwe scheepstypen
De technologische ontwikkelingen volgden elkaar in rap tempo op. Er ontstonden nieuwe scheepstypen zoals het fluitschip, het katschip en de hoeker. Met name het fluitschip domineerde de Europese zeeën. Deze schepen waren over het algemeen in staat sneller te varen, hadden minder bemanning nodig en hadden een grotere laadcapaciteit.
Het fluitschip
Het eerste fluitschip zou in 1595 in Hoorn zijn gebouwd. Het schip viel op vanwege haar platte bodem, de brede buik en het smalle dek. Deze peerachtige vorm van het schip werd doelbewust zo gebouwd, want bij de tolheffing bij de Sont werd alleen de breedte van het dek gemeten. Hoe breder het dek, hoe hoger de tol. Hierdoor hoefden de fluitschepen niet veel tol te betalen en droegen daardoor bij aan de economische opleving van de Republiek tijdens de Gouden Eeuw.
Titel: | Zeemacht in Holland en Zeeland in de zestiende eeuw |
Auteur: | J.P. Sigmond |
ISBN: | 9789087043490 |
Uitgever: | Verloren |
Prijs: | €38,- |
Het katschip
Het katschip werd ontwikkeld in de 17e eeuw en was door haar platte bodem goed in staat door ondiepe wateren te varen. Het schip werd het ‘katschip’ genoemd vanwege de vorm van de boeg, die op een kattenkop leek. Het katschip was vanwege haar vorm een traag vaartuig en kon niet zwaar beladen worden. Ze werden vooral gebruikt voor het vervoer van hout.
De hoeker
Dit was oorspronkelijk een vissersvaartuig, maar werd vanaf 1664 ook door de VOC gebruikt. Het schip heeft haar naam te danken aan het feit dat het met een hoekwant (een lange vislijn met honderden haakjes) viste. Na 1670 bouwde de VOC geen nieuwe hoekers meer. Ze werden nog gebruikt tijdens de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog (1665 - 1667), maar verdwenen daarna voorgoed uit zicht.
Uitvinding houtzaagmolen
Naast de nieuwe scheepstypen droeg de uitvinding van de houtzaagmolen bij aan de economische opbloei van de Republiek. In 1593 werd de houtzaagmolen door Cornelis Corneliszoon uit Uitgeest uitgevonden. Door de uitvinding van de houtzaagmolen werd het houtzagen gemechaniseerd, waardoor er aanzienlijk op personeelskosten bespaard kon worden. De uitvinding werd flink bestreden door de houtzagersgilden. Deze gilden hadden echter geen invloed in de Zaanstreek, mede daardoor groeide dit gebied uit tot het grootste scheepsbouwcentrum ter wereld.
Bronnen
- Joke Korteweg, ‘Maritieme Geschiedenis: De Canon van ons maritiem verleden in 50 vensters’ (Zutphen 2009).
- bataviawerf.nl, ‘ Scheepsbouw in 17de-eeuwse Nederland’.
- wikipedia.nl, ‘fluitschip’.
- wikipedia.nl, ‘katschip’.
- wikipedia.nl, ‘Hoeker’.
- wikipedia.nl, ‘Maritieme geschiedenis van Nederland’.
Afbeeldingen
- Wenzel Hollar, ‘Hollandse fluitschepen in de 17e eeuw’(Public Domain).
- Jan Claesz. Rietschoof, ‘Vijf katschepen op de rede van Hoorn’ (Public Domain).
- Adolf van der Laan, ‘Een Hoeker op de nehring’(Public Domain).
- Ludolf Backhuysen, ‘Nederlandse schepen op de rede van Texel’.