Oprichting van Oxfam Novib
Den Haag 1956 – Na de watersnoodramp van 1953, en de noodhulp die Nederland daarbij ontving, groeit bij sommigen het besef dat Nederland ook mensen in andere landen kan bijstaan. In dit klimaat richten pater Simon Jelsma, dominee Johannes Hugenholtz en natuurkundige Jan Tinbergen de Nederlandse Organisatie Voor Internationale Bijstand (Novib) op.
Nederland ontving zelf tijdens de watersnoodramp in 1953 een grote hoeveelheid humanitaire hulp, zelfs van landen als India, dat 500.000 kilo aan zandzakken opstuurde. Hierna begon Nederland zelf bij te dragen aan de wereldwijde ontwikkelingshulp. Op 23 maart 1956 werd Novib opgericht, door pater Simon Jelsma, dominee Johannes Hugenholtz en natuurkundige Jan Tinbergen. Prins Bernhard trad op als eerste voorzitter van de organisatie. Het eerste project waarmee de vereniging startte was de Anti-Honger Actie, wat als doel had de landbouw in West-Afrika te bevorderen.
Armoede en hongersnood
In de eerste jaren na de oprichting richtte de organisatie zich op het opzetten van projecten om de armoede en hongersnood in ontwikkelingslanden terug te dringen. Gaandeweg begon Novib zich te mengen in politieke aangelegenheden. Tijdens de ‘Solidair met Zuidelijk Afrikabeweging’ in 1980 riep de organisatie op tot het boycotten van Zuid-Afrika om druk te zetten op de regering van het land, waar een grote ongelijkheid heerste als gevolg van de apartheid. Aan het einde van de jaren ‘80 trok PvdA voorzitter Max van den Berg zich terug uit de politiek om zich als vertegenwoordiger van Novib te storten op armenzorg en eerlijke wereldhandel.
Internationaal
Novib werd in 1994 lid van Oxfam International, een wereldwijde confederatie van organisaties die ontwikkelingshulp biedt. In 2006 wijzigde de organisatie haar naam tot Oxfam Novib, ter ere van haar 50 jarige bestaan. De organisatie probeerde niet alleen buitenlandse overheden aan te zetten tot actie, maar trachtte ook binnenlandse bedrijven aan te sporen om duurzamer en eerlijker te werken. In 2009 stuurde de organisatie er bijvoorbeeld een ‘groene Sinterklaas’ op uit, om diverse winkels te wijzen op de aanwezigheid van ‘oneerlijke’ chocoladeproducten in hun assortiment.