Ortega: van vrijheidsstrijder tot onderdrukker
De afgelopen maanden zijn er felle protesten aan de gang in Nicaragua. Veel Nicaraguanen eisen het aftreden van de president Daniel Ortega. Het staatshoofd wil echter van geen wijken weten en laat regeringstroepen met de harde hand de protesten neerslaan. Zodoende zijn er al honderden doden gevallen. Gezien Ortegas persoonlijke verleden, is deze situatie wel een beetje ironisch. In de jaren ’60 en 70 streed hij namelijk zelf als guerrillastrijder tegen de dictatuur in Nicaragua.
Somoza-dynastie
Sinds de jaren ’30 regeerde één familie Nicaragua, de Somoza-familie. Tijdens de Amerikaanse interventie in het land (1912-1933) klom Anastasio Somoza hoog op in de Nationale Garde omdat hij uitstekend Engels sprak. Als hoofd van de Nationale Garde liet Somoza de dictator Sandino vermoorden. Kort daarna pleegde hij een staatsgreep. De daaropvolgende veertig jaar heersten verschillende leden van de Somoza-dynastie over Nicaragua alsof het een privé-landgoed was. Ze verrijkten zichzelf schaamteloos ten koste van de uitgeperste Nicaraguaanse bevolking. Elke vorm van protest werd keihard onderdrukt. De oppositie kwam voornamelijk uit socialistische en communistische kringen. Ten tijde van de Koude Oorlog, maakte dit de Somoza-familie een belangrijke bondgenoot van de Verenigde Staten. Vanwege hun fel anticommunistische opstelling, zagen de Amerikanen al haar excessen door de vingers.
Daniel Ortega
Ortega kwam in 1945 in deze dictatuur ter wereld. Hij kreeg de haat voor het regime thuis met de paplepel ingegoten en al op jonge leeftijd werd hij politiek actief. Op zijn veertiende werd hij voor het eerst gearresteerd wegens subversieve activiteiten. Twee jaar later sloot hij zich aan bij het Frente Sandinista de Liberación Nacional (FSLN), het Sardinistisch Nationaal Bevrijdingsfront. Deze groep linkse revolutionairen vocht vanaf begin jaren ’60 om de Somoza-dynastie ten val te brengen. Ook Ortega raakt bij geweldsdelicten betrokken. Tussen 1967 en 1974 zat hij in de gevangenis, wegens de moord op een politieagent.
Revolutie geslaagd
Als Ortega na een gevangenenruil vrijkomt, weet hij zich snel op te werken tot de leider van het FSLN. Hij weet ook steeds meer Nicaraguanen uit gematigde kringen voor zich te winnen. Eind jaren 70 keerde het tij. In 1978 liet dictator Anastasio Samoza (zoon van de grondlegger van de dynastie) namelijk de hoofdredacteur van een conservatieve oppositiekrant vermoorden. Dit bleek een fatale vergissing. Niet alleen linkse Nicaraguanen werden in de armen van het FSLN gedreven, nu sloten ook conservatieven zich bij de oppositie aan. Het hele land keerde zich tegen het regime en in 1979 ontvluchtte Samoza het land. Na bijna 20 jaar strijd kwam de FSLN als overwinnaar uit de bus.
Vijf jaar later kozen de Nicaraguanen Ortega tot president van Nicaragua. Het kersverse staatshoofd baseerde zijn beleid op het voorbeeld van Fidel Castro in Cuba. Armoedebestrijding, onderwijs en gezondheidszorg kregen prioriteit. Tegelijkertijd hield Ortega de touwtjes stevig in handen, onafhankelijke instituten werden ondergeschikt gemaakt aan het ‘algemeen belang’.
Amerikanen steunen contrarevolutionairen
Van Ortegas socialistische agenda kwam echter weinig terecht. De Amerikaanse president Ronald Reagan zag de machtsovername van deze met Cuba sympathiserende revolutionairen als een grote bedreiging. In de context van de Koude Oorlog werd dit opgevat als de eerste stap in een communistische machtsuitbreiding in Centraal-Amerika. Vandaar dat Reagan zich tot het uiterste inspande om dit regime ten val te brengen. De Amerikanen trainden en bewapenden contrarevolutionairen, die vanuit Honduras aanvallen op Nicaragua lanceerden. De FSLN moest hierdoor het grootste deel van haar geld en energie in de verdediging van het land steken, waardoor de economische hervormingen in de soep liepen. Amerikaanse sancties ontregelden de economie nog verder. Pas in 1989 kwam er een einde aan de burgeroorlog. Het jaar daarop verloor Ortega de verkiezing van de conservatieve oppositie. De moegestreden Nicaraguanen snakten naar stabiliteit.
Vijftien jaar oppositie
De daaropvolgende vijftien jaar bracht Ortega in de oppositie door. Hij verloor nog twee presidentsverkiezingen. Pas in 2006 lukte het hem om te worden herkozen, met 38% van de stemmen. Door de kerk en het bedrijfsleven te paaien, lukte het hem om zijn achterban groter te maken.
Steeds autoritairder
Eenmaal geïnstalleerd begon Ortega steeds meer macht naar zich toe te trekken. Tegelijkertijd met zijn alfabetisering- en gezondheidszorgprogramma’s, censureerde hij de media zette hij de kiesraad naar zijn hand. Mede hierdoor werd hij in 2011 en 2016 herkozen. Na zijn laatste overwinning benoemde hij zijn echtgenote tot vicepresident. Hij begon steeds autoritairdere trekjes te vertonen. Hoewel Nicaragua relatief stabiel bleef, begon de onvrede de afgelopen jaren toch voorzichtig te broeien. Toen Ortega in april 2018 bezuinigingen aankondigde, sloeg de vlam in de pan. Sindsdien is Nicaragua in de ban van protesten, waarin het aftreden van de oude revolutionair wordt geëist.
Bronnen:
- John Charles Chasteen, Born in Blood & Fire: A Concise History of Latin America (W. W. Norton & Company, 2011) pagina 305-308.
- De Volkskrant
- The Washington Post
Afbeeldingen:
- Foto: By Fundscion Ong DE Nicaragua [CC BY-SA 3.0], from Wikimedia Commons
- Foto: Tiomono at English Wikipedia [CC BY-SA 3.0 or GFDL], via Wikimedia Commons