Racistische seriemoorden zetten de Duitse samenleving onder druk

Op 11 juli 2018 kreeg Beate Zschäpe levenslang voor de moorden die zij pleegde namens de neonazistische terreurgroep Nationalsozialistischer Untergrund. De NSU, zoals de groep door het leven ging, pleegde tussen 2000 en 2007 tien racistisch gemotiveerde moorden in Duitsland. Hun slachtoffers waren acht Turken, een Griek en een Duitse politieagente, die in 2007 in haar dienstauto onder vuur werd genomen. Naast de moorden, pleegde de NSU veertien bankovervallen en twee bomaanslagen in de Keuperstrasse in Keulen.

Gruwelijke liquidatie

De drie leden van de NSU, Uwe Böhnhardt, Uwe Mundlos, en Beate Zschäpe doodden hun eerste slachtoffer op 9 september 2000. Ze overvielen de destijds 38-jarige Enver Simsek in zijn bloemenzaak en schoten hem van dichtbij in het gezicht. Op dezelfde wijze vermoordden zij hun volgende slachtoffers in onder andere München, Rostock, Hamburg en Dortmund.

Nsu pistool

De politie negeerde de nabestaanden

Dat de moordpartijen van de NSU jarenlang onopgelost bleven, kwam mede door de houding van de politie. Omdat de slachtoffers bijna allemaal Turkse ondernemers waren, ging de politie er ten onrechte van uit dat zij waren gedood door de Turkse maffia. De politieleiding negeerde de protesten van nabestaanden die beweerden dat de overledenen geen banden hadden met criminelen en dat de moorden waarschijnlijk racistisch gemotiveerd waren.

Döner moorden leidden tot ophef

Het uitblijven van een oplossing voor de moorden leidde tot spanningen binnen de Duitse samenleving. Zeker nadat de media de liquidaties omschreven als “Döner moorden”, omdat de meeste slachtoffers Turken waren met een eigen onderneming. Een jury van taalwetenschappers maakte in 2011 bezwaar tegen het begrip “Döner moorden”, omdat de term in hun ogen grievend overkwam. In datzelfde jaar kwam de politie eindelijk op het spoor van de daders.

De NSU-daders bij toeval ontdekt

Agenten vonden op 4 november 2011 de lichamen van NSU-leden Uwe Mundlos en Uwe Böhnhardt. Ze hadden zich na een bankoverval opgesloten in een caravan, deze in brand gestoken en vervolgens zelfmoord gepleegd. In de uitgebrande caravan vond de politie het dienstwapen van de Duitse agente die eerder in Heilbronn door de NSU was vermoord. De vermoedens dat de terreurgroep verantwoordelijk was voor de seriemoorden werden enkele uren later bevestigd toen Beate Zschäpe zich aangaf bij de politie. In haar huis vonden agenten het wapen waarmee alle moorden waren gepleegd.

Geen excuses van Beate Zschäpe

Tijdens haar proces weigerde Zschäpe excuses spijt te betuigen tegenover de nabestaanden. Ze ontkende dat ze van tevoren op de hoogte was van de moorden en ze weigerde te vertellen hoe groot het netwerk van de NSU was.