Ruiterstandbeelden en de dood
Veel Nederlanders zullen deze zomer met een reisgids in de hand weer cultuur gaan snuiven in één van de grote Europese hoofdsteden. In die gids staat dan vaak vermeld dat je aan de houding van een ruiterstandbeeld kan zien hoe de persoon is overleden. Zo zouden twee hoeven in de lucht betekenen dat hij gestorven is op het slagveld, terwijl alle hoeven op de grond een ‘vredige dood’ zouden symboliseren. Van deze theorie blijkt echter helemaal niets te kloppen.
De meeste ruiterstandbeelden in Europa zijn nog betrekkelijk jong. In de oude Perzische en Egyptische culturen kende men namelijk geen traditie van het afbeelden van heersers te paard. Veel Romeinse keizers en generaals lieten zich wel op een dergelijke manier vereeuwigen, maar hun standbeelden waren over het algemeen van brons, waardoor ze later vaak weer omgesmolten werden. Alleen het bronzen ruiterstandbeeld van Marcus Aurelius, dat in de middeleeuwen verkeerd geïnterpreteerd werd als een beeltenis van keizer Constantijn, is uit deze periode bewaard gebleven.
Renaissance
Pas in de Renaissance keerde de traditie van de ruiterstandbeelden weer terug in Europa. Deze bereikte vervolgens zijn hoogtepunt tijdens de periode van het 17e eeuwse Absolutisme, onder meer met een groot ruiterstandbeeld van Lodewijk XIV bij het Paleis van Versailles . Heersers gebruikten de beelden overigens niet alleen om hun eigen macht te tonen, maar ook om de nationale eenheid te bevorderen. Deze traditie zou in de 19e eeuw vervolgens ook overslaan naar de Verenigde Staten. Zo staan er in Washington D.C. maar liefst 30 ruiterstandbeelden.
Positie van de hoeven
Ergens in deze periode ontstond ook het verhaal dat je aan de houding van het paard in een ruiterstandbeeld kon zien hoe de berijder was gestorven. Kunstenaars uit de Renaissance en latere periode zouden een soort artistieke code hebben gehad, waarbij een steigerend paard (twee hoeven in de lucht) een dood op het slagveld betekende, terwijl alle vier de hoeven op de grond een vredige dood symboliseerde. Als het paard slechts één hoef optilde stond dit voor een overlijden als gevolg van een wond die opgelopen werd op het slagveld. Wederom zou ook deze artistieke traditie uit Europa later overgenomen worden door de Amerikanen, zo stelt de theorie.
Aartshertog Karel
Verkeerde voorbeelden
Als men alleen al kijkt naar het oudste Europese standbeeld dan ontstaan er al twijfels. Het ruiterstandbeeld van Marcus Aurelius toont één opgetilde hoef, terwijl hij stierf aan een ziekte. Deze liep hij weliswaar op tijdens een veldtocht in Oost-Europa, maar niet echt op het slagveld. Ook bij het gigantische standbeeld van aartshertog Karel van Oostenrijk-Teschen op het Heldenplatz in Wenen klopt de theorie niet. Het paard in zijn beeld steigert, terwijl Karel een vredige dood stierf in zijn bed op 75-jarige leeftijd.
Puur toeval
Tot slot blijken ook de ruiterstandbeelden in Washington niet te voldoen aan de zogenaamde artistieke traditie. Slechts bij 10 van de 30 Amerikaanse beelden komt de houding van het paard overeen met de doodsoorzaak van de berijder. Dat staat overigens precies gelijk aan de kans dat de kunstenaar de houding ‘per toeval’ goed zou hebben, en waarschijnlijk was dit dan ook het geval.
Een beeldhouwer kiest er nu eenmaal sneller voor een militaire held met een steigerend paard af te beelden, terwijl vredige heersers vaak in een kalmere pose vereeuwigd worden. Een definitieve conclusie over de doodsoorzaak kan men hieruit echter niet trekken, want ook militaire helden met steigerende paarden kunnen uiteindelijk gewoon vredig sterven in hun bed.