Scheveningse pier na de Tweede Wereldoorlog
Kort voor de jaarwisseling werd het faillissement van de Scheveningse pier aangevraagd door de eigenaar Van der Valk. De pier staat al een jaar te koop, omdat de locatie niet rendabel is. De hoge kosten voor renovatie en onderhoud van de pier zijn al jaren een probleem voor zowel de gemeente Den Haag als eigenaar Van der Valk. Het bouwwerk is een markant voorbeeld van naoorlogse wederopbouw-architectuur.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Duitsers de eerste Scheveningse pier uit 1901 als opslagruimte, tot deze in 1943 afbrandde. Hierop besloten de Duitsers de palen van de pier om te zagen, zodat het geen gemakkelijke landingsplaats voor Engelse vliegtuigen vormde. Daarna bouwden de Duitsers een betonnen muur met bunkers op het strand, als onderdeel van een verdedigingslinie langs de Noordzeekust, de Atlantikwall.
Wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog
Na de oorlog was de pier verdwenen en was de Scheveningse kust een grote puinhoop. In 1945 begon men met het opruimen van puin, prikkeldraad en landmijnen. De betonnen onderdelen van de Atlantikwall werden opgeblazen en opgeruimd. De eerste jaren richtte men zich vooral op het herstel van hotels, huizen en bestrating, die ook zwaar beschadigd waren. Toch vond men Scheveningen zonder pier niet compleet en in 1953 werd er met de ontwikkeling van een nieuwe pier begonnen door de Exploitatie Maatschappij Scheveningen. In 1955 werd een prijsvraag uitgeschreven die moest leiden tot een nieuw ontwerp. Deze werd gewonnen door Dirk Jan Dijk, die onder het motto ‘curve’ een soort hangbrug tussen strand en zee had bedacht. Het ontwerp bleek echter technisch en financieel niet uitvoerbaar en samen met architecten Huig Maaskant en Dick Apon ontwierp hij de huidige Scheveningse pier. In mei 1961 werd de tweede Scheveningse pier geopend door Prins Bernhard, de pier werd 381 meter lang. Een jaar later werd de 45 meter hoge toren geopend en in 1964 kwam er een vierde eiland bij.
Overname Van der Valk
In de jaren ’80 raakte de pier in verval, omdat de betonnen dragers moesten worden gerenoveerd. Hierdoor kon Van der Valk het bouwwerk in 1991 kopen voor het symbolische bedrag van één gulden. In overleg met de gemeente Den Haag werd bepaald dat de pier weer een prestigieuze trekpleister voor Scheveningen moest gaan worden. Verschillende onderdelen werden gerestaureerd, de pier werd uitgebreid en sinds 2001 is er ook een casino gevestigd. Toch raakte de pier wederom in verval en hoewel er de laatste jaren restauratieplannen zijn, is de pier behoorlijk achteruit gegaan. In september 2011 woedde er een brand en in november 2012 maakte de gemeente Den Haag bekend verschillende delen af te sluiten, omdat de constructie niet veilig genoeg meer zou zijn. De gemeente heeft Van der Valk toen tevergeefs een brief geschreven met de vraag onderhoud te plegen. Wat er in de toekomst met de pier gaat gebeuren is nog onzeker.