Simon Bolivar: El Libertador van Zuid-Amerika
“Iedereen die de Revolutie diende heeft slechts de zee omgeploegd”. Met deze uitspraak nam een teleurgestelde Simón Bolivar in 1830 afscheid van het leiderschap van Groot-Colombia. Zijn leven lang had hij zich ingezet voor de oprichting van een machtige staat in Zuid-Amerika, maar dit was uiteindelijk niet gelukt. Toch werd hij na zijn dood vereerd als El Libertador¸ de man die het continent had weten te bevrijden van de Spaanse overheersing.
Simón José Antonio de la Santísima Trinidad Bolívar y Palacios werd geboren op 24 juli 1783 te Caracas in het Spaanse Onderkoninkrijk Nieuw-Granada, het hedendaagse Venezuela. Op tweejarige leeftijd verloor hij zijn vader kolonel Don Juan aan de gevolgen van tuberculose en toen hij negen jaar oud stierf ook zijn moeder Doña María. Dankzij het fortuin dat zijn ouders achterlieten kon hij echter nog wel een relatief goed bestaan leiden. Zo ontving Bolívar tijdens zijn jeugd privélessen van geleerde professoren als Andrés Bello en Don Simón Rodriguez.
Napoleon
Op veertienjarige leeftijd schreef Bolívar zich in aan de Milicias de Veragues, de militaire academie waar zijn vader ooit leiding aan had gegeven. Hier ontwikkelde hij zijn passie voor wapens en strategie die hem later in zijn leven goed van pas zouden komen. Een andere inspiratiebron voor Bolívar vormde zijn bezoek aan Parijs in 1804, waar hij getuige was van de kroning van Napoleon tot keizer van Frankrijk. Bolívar was zeer onder de indruk van de grootse ceremonie en hij besloot dat zijn thuisland een soortgelijke triomf verdiende.
Revolutie
Na de Franse verovering van Spanje en de aanstelling van Jozef Bonaparte als nieuwe koning van Spanje in 1808 brak er grote onrust uit in de Spaanse koloniën. Een aantal Venezolaanse republikeinen greep deze situatie aan om een opstand te beginnen, maar Bolívar besloot zich hierin slechts een relatief kleine rol aan te meten. Dit bleek een goede beslissing, want al snel delfden de republikeinen het onderspit en werd de revolutie neergeslagen. Na de val van deze Eerste Republiek besloot Bolívar in 1811 te vluchten naar Curaçao.
Cartagena Manifesto
In oktober 1812 reisde hij vervolgens af naar de Colombiaanse stad Cartagena, die zich een jaar eerder onafhankelijk had verklaard van de Spanjaarden. Hier publiceerde Bolívar zijn ‘Cartagena Manifesto’, waarin hij uitgebreid uiteen zette waar het volgens hem mis was gegaan met de Eerste Republiek. De lokale machthebbers waren onder de indruk van zijn manifest en besloten hem in 1813 te belonen met het militaire bevel van de stad Tunja, een stad in het noorden van het hedendaagse Colombia.
Het betekende het begin van zijn Campaña Admirable (Bewonderenswaardige Veldtocht), de strijd voor de onafhankelijkheid van Zuid-Amerika. Binnen enkele maanden veroverde Bolívar met behulp van zijn nieuwe troepen de Venezolaanse steden Mérida, Trujillo en Caracas, waar hij werd uitgeroepen tot ‘El Libertador’ (De Bevrijder). Vervolgens keerde hij terug naar Colombia, waar hij in 1814 ook de stad Bogota in nam.
Jamaica en Haïti
In het daaropvolgende jaar leed Bolívar echter een aantal gevoelige nederlagen, met als gevolg dat hij steeds meer in conflict kwam met de leiders van Cartagena. In 1815 reisde hij daarom voor zijn eigen veiligheid af naar Jamaica, maar hier werd er al snel een aanslag op zijn leven gepleegd. Bolívar besloot daarom hulp te zoeken bij Alexandre Pétoin, de nieuwe president van het net onafhankelijk geworden Haïti. Pétoin gaf aan Bolívar te willen helpen, in ruil voor de belofte dat hij de slavernij in Venezuela af zou schaffen.
Groot Colombia
Met de hulp van de Haïtianen slaagde Bolívar er in 1816 in om zijn onafhankelijkheidsstrijd nieuw leven in te blazen. Op 7 augustus 1819 behaalde hij vervolgens een beslissende overwinning op de royalisten in Colombia bij de Slag bij Boyacá, waarna Bolívar besloot de Republiek Gran Colombia (Groot Colombia) uit te roepen en zichzelf te benoemen tot president. Hierna begon hij aan een aantal campagnes om ook Venezuela (1821) en Ecuador (1822), Peru (1824) en Bolivia (1825) toe te voegen aan zijn grondgebied.
Dictator
Bolívar wilde zijn nieuwe Zuid-Amerikaanse staat vormgeven naar het ideaal van de Verenigde Staten, met een federale overheid die de belangen van de vrijheid en het individu beschermde. Door de grote regionale verschillen braken er in de loop der jaren echter steeds meer opstandjes uit in Groot-Colombia. Bolívar besloot zich daarom in 1828 uit te roepen tot Dictator om de orde te herstellen, maar dit werd hem niet in dank afgenomen door de bevolking. Er volgden nieuwe opstanden en op 25 september 1828 werd er zelfs een mislukte aanslag op zijn leven gepleegd.
Op 27 april 1830 besloot Bolívar daarom af te treden als leider van Groot-Colombia. Hij maakte vervolgens plannen om te emigreren naar Frankrijk, maar zo ver zou het niet meer komen. Simón Bolívar overleed op 17 december 1830 op 47 jarige leeftijd aan de gevolgen van tuberculose.
Leestip:
Groot-Nederland & Groot-Colombia 1815-1830. De droom van Willem I
Auteur: Sytze van der Veen
ISBN: 9789087045456
Uitgever: Verloren
Winkelprijs: €25,–