Te veel doden op de Titanic
Het bekendste scheepsongeluk in de moderne geschiedenis is uiteraard dat met de Titanic, die in de nacht van 14 op 15 april 1912 naar de bodem van de Atlantische Oceaan zinkt. Verschillende blunders leidden tot deze rampzalige gebeurtenis.
Onzinkbaar?
De eerste blunder bij de Titanic is dat het schip onzinkbaar wordt geacht. Logisch, want veiligheid stond bij het ontwerp en de constructie van het luxueuze en comfortabele schip helemaal bovenaan. In tegenstelling tot andere schepen wordt er met de Titanic geen testvaart gedaan, en er is geen voor een dergelijk schip opgeleid personeel, dat overigens evenmin vertrouwd is met de technologie aan boord.
Niet te ontwijken
Wanneer om 23.40 uur een ijsberg wordt gesignaleerd, krijgt de kapitein dat meteen van de uitkijkpost te horen. Men slaagt er echter niet in om de ijsberg te ontwijken. Deze slaat een gat in het schip, dat algauw volloopt met water. In 2010 wordt overigens ontdekt dat de stuurman een fout heeft gemaakt bij het varen rond de ijsberg in kwestie.
Reddingssloepen te snel te water
De passagiers worden opgeroepen om het schip te verlaten en plaats te nemen in de zestien reddingssloepen die slechts een derde van alle opvarenden kunnen vervoeren. De sloepen worden echter zo snel te water gelaten dat hun maximale capaciteit niet kan worden gebruikt. Slechts 823 van de 2206 opvarenden kunnen een zitje in de sloepen bemachtigen. Bij een ordelijk verloop hadden dat er veel meer kunnen zijn.
Over het boek
Bovenstaande blunder is afkomstig uit het boek ‘444 blunders die de geschiedenis (bijna) hebben veranderd‘ van Herman Boel bij Uitgeverij Lannoo. Wil je dit boek bestellen? Klik dan hier.