Minstreel Alan-A-Dale

Verdwenen beroep: de minstreel, entertainer uit de Middeleeuwen

Eeuwenlang trokken minstrelen door Europa, langs hoven, kastelen en middeleeuwse feesten en markten, om daar hun kunsten te vertonen en kasteelheren, hovelingen en doodgewone dorpelingen te vermaken. Maar wat deed een minstreel precies? Hoe ging hij te werk en welke invloed had hij?  

Wat betekent ‘minstreel’?

Minstreel is het verkleinwoord van het Latijnse minister, wat destijds sloeg op huisdienaren en raadgevers van de koning. Hoewel het lijkt op het woord ‘minne’ (betekent liefde), slaat het daar niet op. Een veelvoorkomende verwarring is dat een minstreel hetzelfde is als een minnezanger, iemand die de liefde als hoofdonderwerp van zijn liederen heeft. Hoewel minstrelen ook weleens over liefde zongen, was dit niet hun specialiteit. Zij legden zich niet vast op een onderwerp, maar wilden een zo breed mogelijk publiek aanspreken.

In sommige contexten wordt ‘minstreel’ als een paraplunaam gebruikt voor alle soorten middeleeuwse zangers. De scheidslijn tussen de verschillende entertainers is vaag, want de werkzaamheden overlappen elkaar. Daarnaast verschilt de benaming voor de beroepsgroep per land of taalgebied en per periode.
In Zuid-Frankrijk trokken trouvères rond, in Engeland minstrels, in Duitsland Minnesängers of meistersingers en in Italië trovatori.
In de periode voorafgaand aan de minstrelen waren er in Angelsaksisch Engeland soortgelijke mannen die zich gleemen en scôps noemden. Vanaf het einde van de dertiende eeuw begon de term minstreel in zwang te raken. Wat de benaming ook is, de uitvoering van het beroep was in heel Europa vrijwel hetzelfde.

Middeleeuwse entertainer

Voor zover bekend is, dat wil zeggen: voor zo ver historici het in archieven terug hebben kunnen vinden, kwamen minstelen voor in de periode van de twaalfde tot zeventiende eeuw en verdienden zij hun brood met de voordracht van verschillende kunstvormen: gedichten, zang en met name favoriete volksliederen en composities van anderen. Met enige uitzondering lieten zij het publiek ook een zelf gecomponeerd muziekstuk horen. De middeleeuwse zanger reisde rond en droeg daarom vooral lichte muziekinstrumenten bij zich zoals een blokfluit, luit, harp of viool, om zijn balladen mee te begeleiden. Hij werd geacht de gedichten, balladen en literaire werken uit zijn hoofd te kennen.

Een romanticus?

De rondtrekkende minstreel had op het gebied van hoofse liefde veel impact, omdat zij zongen uit gepubliceerde gedichten, balladen, geschriften en literaire werken van verschillende middeleeuwse auteurs die de idealen van hoofse liefde in hun werk stopten. Met de komst van minstrelen en troubadours begon de middeleeuwse houding jegens vrouwen te veranderen, die voorheen neerbuigend en minachtend was. De vrouw werd, door de invloed van de kerk, gezien als verleidster en werktuig van de duivel, omdat ze had gezorgd voor de zondeval van de man en diens uitdrijving uit het paradijs. Daarnaast was de feodale samenleving aardig lomp en ruw. Echter, in de werken die de minstrelen zongen, klonk het verlangen van een man die geduldig wachtte op een vrouw. Ridderlijke hoffelijkheden die voortsproten uit liefde werden bezongen en dit denkbeeld bereikte mettertijd ook de lagere klassen van de maatschappij. Vrouwen begonnen van hun man te verwachten dat hij opofferingsgezind, attent en vriendelijk was — dat hij een heer was.

De minstreel als nieuwsbrenger

Ook als nieuwsbrenger had de minstreel veel impact. Hij vermaakte het volk met door nieuws doordrongen verhalen die hij vanuit andere dorpen oppikte en vervulde zo ook de rol van nieuwsbrenger. Omdat de meeste dorpsbewoners weinig vrijetijdsbestedingen hadden, het nieuws hen niet bereikte en boeken schaars waren, werd de minstreel gewaardeerd om zijn verhalen over actuele gebeurtenissen en personen. Daarmee oefende hij grote invloed uit op de publieke opinie.

Dat deze verhalen gebracht werden met een grap en een grol blijkt uit het Heege-manuscript, een document uit 1480 waar aantekeningen van een minstreel in zijn bewaard. Satire was hen niet vreemd, want het script toont aan dat ze hard naar anderen konden uithalen.
Zo staat er in het document: “Drie koningen eten zoveel dat hun buik ontploft en er vierentwintig zwaardvechtende ossen uit hen springen”. Het citaat slaat op een tekst dat de spot drijft met de gulzigheid van rijken.

Het is bijzonder dat dit oude manuscript gevonden is, want minstelen schreven hun acts zelden op. Daarom is er weinig gedocumenteerde informatie over hen te vinden. Toch zijn deze teksten gevonden, waarschijnlijk omdat iemand dit tijdens optredens als spiekbrief gebruikte.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


Middeleeuwse zangersDe troubadour als concurrent

Minstrelen reisden niet allemaal rond om brood op de plank te krijgen. Een groot deel had een vaste aanstelling bij hoven of kastelen. Vooral ridderzalen in burchten werden beschikbaar gesteld voor de entertainers. Vaak hadden die een speciale galerij waar musici konden optreden, soms discreet verborgen voor de gasten. Echter werden deze plekken steeds vaker ingenomen door troubadours die dezelfde werkzaamheden verrichten, hetzij verfijnder en modieuzer. Daardoor raakten minstrelen hun positie kwijt. Min of meer gedwongen, zochten ze hun publiek elders. In Engeland stonden ze daarom bekend onder de term ‘wandering minstrels’. Toch waren er genoeg toeschouwers te vinden op plekken als de kermis, festivals, markten en middeleeuwse feesten.

De zangers boden vaak verschillende vormen van vermaak en het publiek stelde zich daarop in. Het kwam steeds vaker voor dat minstrelen (en troubadours) jongleurs in dienst namen om al die vaardigheden te kunnen tonen aan publiek.

De Gilde van Koninklijke Minstrelen en de Ménestrandie

De minstreel had lange tijd een goed imago. Ze werden herkend door hun felgekleurde kostuums en gekostumeerde paard. Maar hun reputatie heeft een dip gehad. In Engeland begonnen onbeschofte boeren en ambachtslieden zich voor te doen als minstrelen om mensen af te persen. En in Frankrijk waren er zwervende en – in de ogen van velen smakeloze - muzikanten die het voor de beroepsgroep verpestten. In 1321 kwamen de Fransen met een oplossing: de ménestrandie, een soort gilde van minstrelen die muzikanten die niet goed genoeg waren, kon buitensluiten. Veel later, in 1659, werd bedacht dat alleen nog degenen met een soort abonnement openbaar mochten optreden.
De Engelse koning Edward IV kwam in 1469 met een oplossing: de Gilde van Koninklijke Minstrelen. De oproep was als volgt: Sluit je aan bij de gilde als je je beroep wilt behouden! Doe je dat niet? Dan mag je jezelf niet langer minstreel noemen.

Wanneer verdween het?

In heel Europa stierf het beroep vrijwel uit rond 1700, hoewel een enkeling de traditie bleef uitoefenen tot wel begin negentiende eeuw. In Frankrijk begon de beroepsgroep al af te nemen vanaf de vijftiende eeuw. De opgeheven Franse corporatie van minstrelen in 1776 was al helemaal funest.  

Minstelen in fictie

Een bekende minstreel uit de wereld van fictie is de Engelse Alan-a-Dale. Hij was een zwervende minstreel die deel uitmaakte van de bende onder leiding van Robin Hood. Zijn ware liefde Ellen werd gedwongen te trouwen met een wrede, oude ridder. Daar stak Robin Hood een stokje voor. Verkleed als minstreel bevrijdde hij Alans geliefde Ellen zodat die twee uiteindelijk met elkaar konden trouwen.

Verder kwamen minstrelen voor in romans en poëzie. Met name vanaf de negentiende eeuw toen de Romantiek aanbrak. The Lay of the Last Minstel (1805) van Walter Scott en The Village Minstrel (1821) van John Clare zijn twee van de vele dichtbundels over dit beroep. Net als Minstrel Dick van Christabel Rose Coleridge en The Minstrel Boy van A. J. Cronin, boeken gecentreerd rondom minstrelen.

Bronnen

Ook interessant: 

Tijdperken: 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Geschiedenis magazine 3 van 2024 nu in de winkel

Het derde nummer van 2024 is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Lees het eerste jaar Geschiedenis Magazine extra voordelig én kies een welkomstcadeau!

Geschiedenis Magazine 4

Het komende nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 30 mei. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement om dit nummer zonder verzendkosten te ontvangen.