Verdwenen beroep: zeepzieder
Het ambacht van zeepzieder is grotendeels verdwenen en ook het woord kom je zelden nog tegen. Zieden betekent koken en zeepzieden is het proces van zeep maken. In de negentiende eeuw nam massaproductie in fabrieken langzaam het oudere handwerk over.
Productie van zeep
De eerste zeepachtige producten werden duizenden jaren geleden al gemaakt. Zo is er een recept daterend uit de tijd van de Babylonische koning Nabonidus (556-539 v.Chr.) waarin uhulu (as), cypresolie en sesamolie worden gemengd. Sommige Romeinse schrijvers beschimpten Keltische mannen voor het gebruik van zeep. Zelf wasten de Romeinen zich met olie. In de middeleeuwen waren diverse gilden van zeepmakers actief. Vaak concentreerden de productie van zeep is in bepaalde steden die goed aangeschreven stonden, zoals Marseille en Londen.
De zeepzieder
De zeepzieder maakte zeep uit natuurlijke vetten als boter, reuzel en olie. Hij of zij kookte het vet in een koperen ketel en mengde dat met natronloog en potas (zout uit houtas). Zeep werd soms binnen huishoudens gemaakt of door kleine ambachtslieden. In de negentiende eeuw kwam de fabrieksmatige productie van zeep op gang. Hoewel de productie van zeep altijd is blijven bestaan, noemt niemand zich nog zeepzieder, behalve wellicht een enkele enthousiaste hobbyist.
Bronnen:
Dunn, Kevin M. (2010) Scientific Soapmaking: The Chemistry of Cold Process. (Clavicula Press)
Levey, Martin (1958). "Gypsum, salt and soda in ancient Mesopotamian chemical technology". Isis. 49 (3): 336–342
Vos, de. A. (2009) Samen kennen we de mosselman. Verdwenen beroepen- Het tweede couplet (Uitgeverij Scriptum)
Afbeelding:
Public Domain, Wikimedia Commons