Verkeersproblemen in het oude Rome
In Rome mag per 9 januari 2013 maar de helft van alle automobilisten in Rome gebruik maken van hun auto. Om de hoeveelheid smog terug te dringen heeft het stadsbestuur namelijk besloten dat alleen de voertuigen met een oneven kentekenplaat vandaag de straat op mogen. Het is overigens niet de eerste keer dat Rome kampt met een verkeersoverschot, want in de oudheid werd Julius Caesar al met hetzelfde probleem geconfronteerd.
Rond het begin van onze jaartelling was Rome de grootste stad ter wereld, met naar schatting tussen de 800.000 en 1.000.000 inwoners. Velen van hen gingen over het algemeen te voet naar hun bestemming, maar sommigen kozen voor een andere oplossing. Zo lieten de rijke aristocraten zich vaak vervoeren in een draagstoel en was er volgens de Romeinse geschiedschrijver Cassius Dio (155-229) zelfs een senator die per olifant naar zijn ontmoetingen ging. Bovendien werd Rome dagelijks bezocht door duizenden toeristen en handelaren, die vrijwel allemaal met een zwaar beladen wagon de stad binnentrokken.
Verkeersregels
Om al deze verkeersstromen in goede banen te leiden, golden er in het oude Rome een aantal algemene verkeersregels. Zo was men in de stad bij wet verplicht om links aan te houden, een maatregel die toentertijd in veel andere steden nog niet gold. Eén andere belangrijke verkeersregel was van toepassing op smalle steegjes waarbij alleen eenrichtingsverkeer mogelijk was. Mochten twee karren elkaar op een dergelijke versmalling tegenkomen, dan had de zwaarst beladen kar altijd voorrang. Was er sprake van twee wagens die even zwaar beladen waren, dan kon degene die bereid was het meest te betalen het ‘recht op voorrang’ kopen van de ander, die dan zou wachten.
Julius Caesar
Ondanks deze gebruiksregels liep het verkeer in het oude Rome nog steeds regelmatig vast. De problematiek was zelfs zo erg dat Julius Caesar besloot om een nieuwe wet in te voeren, waarmee het voortaan vanaf zonsopgang tot twee uur voor zonsondergang voor alle paardenwagens verboden was Rome te betreden. Reizigers naar de stad moesten voortaan hun bezittingen aan de rand van de stad achter laten, waarna zij vervolgens uitsluitend te voet verder mochten reizen.
Slapeloosheid
De maatregel van Ceasar bracht echter geen einde aan de problematiek, maar verplaatste deze alleen. Voortaan denderden de zware karren van de handelaren namelijk ’s nachts door de straten van Rome, met alle overlast van dien, zo blijkt uit de Satires van de Romeinse dichter Juvenalis (ca. 60 – 140):
“Slapeloosheid veroorzaakt de meeste doden hier… Toon mij het appartement waar men nog kan slapen! (…) De wagens donderen ’s nachts door die smalle kronkelende straatjes. De vloek van een paardenmenner die vast staat in een verkeersopstopping zou een slapende zeehond nog wakker maken – of een keizer.”
Kentekenborden
Het echte einde aan de verkeersproblematiek van het oude Rome kwam pas aan het begin van de middeleeuwen, toen ook het aantal inwoners van de stad af begon te nemen. Inmiddels telt de Italiaanse hoofdstad echter alweer 2.7 miljoen bewoners, met als gevolg dat ook de verkeersproblematiek weer de kop op steekt. Vandaag de dag worden de grootste problemen echter niet meer veroorzaakt door vloekende paardenmenners, maar door de uitlaatgassen. Als anti-smogmaatregel heeft het stadsbestuur van Rome daarom besloten dat voortaan de ene dag alleen de even kentekens, en de andere dag alleen de oneven kentekens de straat op mogen.
Bronnen
- 'Ancient Rome: City Planning and Administration' door O. F. Robinson (1994)- Planetizen- The Iris (Getty blogs)- ScienceNews