Vietcong en de Cu-Chi tunnels
Amerikaanse politieagenten hebben in samenwerking met de Mexicaanse politie een tunnel ontdekt die werd gebruikt om drugs te smokkelen. De 219 meter lange tunnel liep van Mexico onder de grens door naar de Verenigde Staten. Een groepering die ook gebruik maakte van tunnels, was de Vietcong, in de Vietnamoorlog. Zij benutten het Cu-Chi tunnelsysteem om hun troepen te bevoorraden en voor verrassingsaanvallen.
Nadat de Noord-Vietnamezen onder Ho Chi Minh in 1954 de Fransen uit Vietnam verdreven ontstond er een conflict tussen het communistische Noord-Vietnam en het democratische Zuid-Vietnam. De Amerikaanse president John F. Kennedy was een felle tegenstander van het communisme en wilde voorkomen dat ook Zuid-Vietnam communistisch werd. “Nu moeten we onze macht geloofwaardig maken en Vietnam lijkt de aangewezen plek om dat te tonen”, aldus Kennedy. In 1961 begon de Verenigde Staten met het sturen van troepen naar Vietnam.
Vietcong
Naast het Noord-Vietnamese beroepsleger (NVA) creëerde Noord-Vietnam een guerrilla troepenmacht om de Zuid-Vietnamezen en de Amerikanen te bestrijden. Dit Volksbevrijdingsleger (PLAF), beter bekend als de Vietcong, groeide snel en telde in 1964 al 60.000 soldaten. Hun naam dankten ze aan de term Vietnam Cong-san, wat Vietnamese communist betekende. De soldaten die dienden in dit leger kwamen voornamelijk uit de lokale bevolking. Ze kleedden zich als gewone boeren en vielen zo niet op voor de Amerikaanse troepen. De Vietcong voerden verrassingsaanvallen uit op Amerikaanse basissen, patrouilles en zelfs op steden. Na hun aanval verdwenen de Vietcong weer. Ze verstopten hun wapens en leken weer eenvoudige boeren.
Chu-Chi tunnels
De Vietcong maakten veelvuldig gebruikt van tunnelsystemen. Ten noordwesten van de Zuid-Vietnamese hoofdstad Saigon (het tegenwoordige Ho Chi Minh Stad) legden de Vietcong hun meest uitgestrekte tunnelnetwerk aan, de zogeheten Cu-Chi tunnels. Dit tunnelstelsel was in totaal 400 kilometer lang en had talloze verborgen uitgangen. De Vietcong gebruikten de Cu-Chi tunnels voor allerlei doeleinden. Zo bevatten de tunnels slaapruimtes voor de guerrillastrijders, maar ook ziekenhuizen en wapendepots. De Cu-Chi tunnels werden bovendien gebruikt als uitvalsbasis om Saigon aan te vallen tijdens het Tet-offensief van 1968.
Tunnelratten
Tijdens een militair offensief in 1966 ontdekten Amerikaanse soldaten diverse ingangen van het tunnelnetwerk. Ze ondervonden echter dat het tunnelsysteem beschermd werd met boobytraps en de soldaten durfden het gangenstelsel niet verder te verkennen. De soldaten probeerden daarop de Vietnamezen uit te roken door explosieven, gasgranaten en zelfs water in de tunnels te gooien, maar het stelsel was te groot om deze technieken effectief te maken. Daarna stuurden de Amerikanen speciale soldaten naar binnen om de tunnels onschadelijk te maken. Deze soldaten, de zogeheten ‘tunnelratten’, werden uitgerust met een pistool, een mes, een zaklamp en een touw.
Bombardementen
Ondanks de pogingen van de tunnelratten om de Cu-Chi tunnels vrij te maken, bleven de tunnels in gebruik door de Vietcong. Het Amerikaanse legerbestuur besloot uiteindelijk bommenwerpers in te zetten om het tunnelnetwerk te vernietigen. Nadat Amerikaanse infanteristen de dorpen in het gebied hadden ontruimd, wierpen B-52 bommenwerpers grote hoeveelheden bommen, napalm en ontbladeringsmiddel om het tunnelsysteem onbruikbaar te maken. Van de 15.000 Vietcongstrijders die gelegerd waren in de tunnels, overleefde slechts 40% de bombardementen.
Tegenwoordig bestaan de Vietcong niet meer. Tunnels worden echter nog steeds gebruikt voor diverse doeleinden. Amerikaanse en Mexicaanse agenten vonden deze week eveneens een tunnel. Deze werd echter niet gebruikt voor guerrillaoorlogvoering maar voor het smokkelen van drugs naar de Verenigde Staten.