Wel of geen gemeenteraadsverkiezingen in Elten?
Op woensdag 19 maart gaat Nederland naar de stembus om nieuwe gemeenteraden te kiezen. Tegenwoordig zijn gemeenteraadsverkiezingen vanzelfsprekend. Maar het kiezen van de samenstelling van het bestuur van je eigen gemeente is niet altijd evident. In Elten ontstaat een bestuurlijk probleem als in 1952 de zittingsduur van de raadsleden ten einde loopt. Die leden zijn namelijk verkozen, toen Elten nog bij Duitsland hoorde. Wat nu te doen?
Compensatie voor Nederland
Als compensatie voor de Duitse bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt op 23 april 1949 een aantal gebieden van Duitsland aan Nederland toegewezen. Een van die nieuwe stukjes Nederland is het dorp Elten (bij Lobith). Om de nieuwe Nederlanders te laten wennen aan hun nieuwe ‘vaderland’, krijgt Elten een aparte bestuursvorm; het bestuur komt in handen van een zogeheten Landdrost.
Een aantal leden van de voormalige Duitse gemeenteraad wil graag periodiek met de Landdrost overleggen. Dat verzoek wordt gehonoreerd door Landdrost Adriaan Blaauboer: vanaf november 1949 vindt er regelmatig een gezamenlijk overleg plaats.
Einde zittingstermijn
Maar de speciale bestuursvorm die voor Elten gekozen is, begint enigszins te knellen.
In 1952 loopt de vierjarige zittingstermijn van de leden van de voormalige Duitse gemeenteraad af. In de openbare vergadering met de Landdrost op 2 oktober geven ze aan van plan te zijn hun functie neer te leggen als op 9 november in Duitsland gemeenteraadsverkiezingen worden gehouden. Elten zou dan dus zonder volksvertegenwoordiging komen te zitten.
Advies van Binnenlandse Zaken
De Landdrost vraagt op 13 oktober 1952 advies aan de minister Beel van Binnenlandse Zaken. Die is nogal sceptisch. Omdat Elten tot 23 april nog tot het buitenland behoorde, legt hij de kwestie ook voor aan de minister van Buitenlandse Zaken. Beiden zijn het erover eens dat verkiezingen niet wenselijk zijn.
Minister Beel laat de Landdrost vervolgens op 10 december weten dat het organiseren van verkiezingen ‘onder de huidige omstandigheden ongewenst’ is. De minister stelt voor om ‘het contact met de vertegenwoordiging van de burgerij voorshands op de bestaande voet’ voort te zetten. De nieuwe vaderlanders zijn nog onvoldoende ingeburgerd om aan het Nederlandse verkiezingssysteem mee te doen. En inhaken bij de Duitse verkiezingen is ook onwenselijk. Elten behoort immers tot Nederland.
Tweede Kamervragen
Ondertussen is de bestuurlijke onrust ook doorgedrongen tot de Tweede Kamer. De heer Scheps van de Partij van de Arbeid stelt op 5 januari 1953 vragen aan de minister van Binnenlandse Zaken. Minister Beel hoeft niet lang na te denken over het antwoord, want dat heeft hij in zijn correspondentie met de Landdrost al ingenomen: Nu geen verkiezingen, maar wel doorgaan met de gegroeide praktijk van overleg met een vertegenwoordiging van de burgers van Elten.
Tijdens de openbare vergadering met de voormalige gemeenteraad van Elten op 9 februari 1953 bespreekt de Landdrost dit standpunt. Tot zijn grote tevredenheid is iedereen bereid om als ‘vertrouwensmannen van de Landdrost’ mee te blijven werken aan het plaatselijke bestuur.
Daarmee lijkt de zaak afgedaan. Toch steekt een vergelijkbare discussie in 1955 opnieuw de kop op. Alle partijen die ook in 1952 betrokken zijn, laten weten dat er wat hun betreft geen aanleiding is om het standpunt van 3 jaar daarvoor te wijzigen. Elten moet het dus blijven doen met het bestuur, zoals ze dat dan al 7 jaar gewend zijn.
Elten weer Duits
Op 1 augustus 1963 wordt Elten, samen met de overige gebieden die in 1949 bij Nederland zijn gevoegd, weer overgedragen aan West-Duitsland.
Bronnen
2.04.87 - archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken: Directie Binnenlands Bestuur: Bestuurszaken en Kabinetszaken, 1932-1983, inv.nr. 2525
Meer over de periode waarin Elten deel uitmaakte van Nederland is onder andere te vinden in:
2.16.52 – archief van het ministerie van Verkeer en Waterstaat: Stukken betreffende grenscorrecties met Duitsland, (1943) 1947-1963, inv.nrs. 90 en 121
2.06.098 – archief van het ministerie van Economische Zaken: Directoraat-Generaal voor de Industrialisatie & Energievoorziening, taakgedeelte Energievoorziening, (1936) 1946-1965 (1966), inv.nr. 244
2.14.39 – archief van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen: Afdeling Lager Onderwijs; Hoofdafdeling Lager Onderwijs; Directie Kleuter- en Basisonderwijs, (1880) 1935-1975, inv.nr. 372
Artikel afkomstig van het Nationaal Archief.