Willem Drees en de AOW
De Tweede Kamer heeft ingestemd met het voorstel van minister Kamp om de AOW-leeftijd geleidelijk te verhogen van 65 naar 67 jaar. De basis van de AOW ligt in 1947, toen Willem Drees, op dat moment minister van Sociale Zaken, zijn Noodwet Ouderdomsvoorziening lanceerde. Deze voorlopige regeling markeerde het begin van Nederland als verzorgingsstaat.
Na de Tweede Wereldoorlog waren vrijwel alle politieke partijen er van overtuigd dat er snel iets gedaan moest worden aan de ouderenzorg en -voorzieningen. Het plan werd opgevat om een verzekering in te voeren die mensen na hun 65e in staat stelde om te stoppen met werken, omdat ze een pensioen van de overheid kregen. Er was veel discussie of de regeling daarom niet gewoon een staatspensioen was, in plaats van een verzekering. Ondanks de kritiek en vele debatten over het plan, wist Drees zijn uitgewerkte idee over een ouderdomsvoorziening door de Eerste en Tweede Kamer te loodsen. De zogenaamde ‘Noodvoorziening voor ouden van dagen’ ging op 24 mei 1947 van kracht.
'Vadertje Drees'
De wet moest een tijdelijke oplossing zijn voor een urgent probleem. De wet gold aanvankelijk voor drie jaar, maar hij werd steeds verlengd. Er werd namelijk positief op gereageerd en in het eerste jaar na de invoering hadden 400.000 ouderen profijt van de nieuwe regeling. Het leverde Drees de bijnaam ‘vadertje Drees’ op. Nadat Drees in 1948 minister-president werd, bleef de regeling dan ook gewoon van kracht. Pas in 1957 werd hij officieel omgevormd tot de Algemene Ouderdomswet (AOW). Vanaf toen was de AOW een verplichte verzekering voor iedereen. De invloed van Drees’ PvdA kwam duidelijk naar voren bij de sociale solidariteit binnen het plan. De premies die iemand gedurende zijn leven afdroeg om later AOW te ontvangen, werden namelijk geheven naar draagkracht. Ook werd 65 jaar vastgesteld als pensioenleeftijd. Voor Drees was dit echter geen heilig huisje. Hij verwachte dat de leeftijd in de loop der jaren regelmatig zou veranderen, wegens de wisselende financiële situatie van de overheid.
Verandering in de AOW
Tot vandaag gebeurde dat echter niet. Het plan van minister van Sociale Zaken Henk Kamp is aangenomen en dat betekent dat de AOW-leeftijd tot 2023 geleidelijk (achtereenvolgens één, twee en drie maanden per jaar) zal stijgen naar 67 jaar.