Zuid-Molukse gijzeling provinciehuis Assen
Assen 1978 – Een groep van drie Zuid-Molukkers heeft een aantal ambtenaren gegijzeld op het provinciehuis in Assen. Na het verstrijken van het ultimatum besluit men op 14 maart het gebouw te bestormen. Om 14.34 maakt de Close Combat Unit met een bestorming een einde aan de 28,5 uur durende gijzeling van het provinciehuis van Assen.
Gijzeling provinciehuis Assen
Op de ochtend van maandag 13 maart 1978 dwingt een gewapende Zuid-Molukker een taxichauffeur hem naar het provinciehuis van Assen te brengen. Eenmaal daar aangekomen dringt hij rond 10 uur samen met twee andere Zuid-Molukkers het gebouw binnen, waarna ze al schietend een aantal ambtenaren gijzelen. De Commissaris van de Koningin mevrouw Schilthuis weet maar ternauwernood te ontsnappen door uit een raam te springen.
Vrijlating van Zuid-Molukse gevangenen
Na verloop van tijd maken de gijzelnemers hun voorwaarden bekend. De belangrijkste eis was de vrijlating van 21 Zuid-Molukse gevangenen die bij eerdere acties (waaronder de treinkaping bij De Punt) gearresteerd werden. Daarnaast wilden ze een bus en een vrije aftocht per vliegtuig naar een onbekende bestemming. Als ultimatum stelden de gijzelnemers dinsdag 14 maart om 14 uur. Om hun eisen kracht bij te zetten executeerden ze één van de gijzelaars, planoloog Ko de Groot, en schoten ze regelmatig op omstanders bij het provinciehuis, waarbij één fotograaf in zijn buik werd geraakt.
Overgave van de Zuid-Molukkers
Op 14 maart om 14:34, ruim een half uur na het verstrijken van het ultimatum, werd het provinciehuis van Assen bestormd door de ‘Close Combat Unit’ (tegenwoordig de Bijzondere Bijstands Eenheid). Na een kort vuurgevecht, waarbij drie gijzelaars gewond raakten, gaven de Zuid-Molukkers zich over. De actie bleek net op tijd begonnen te zijn, want de gijzelnemers stonden op het punt om twee leden van de Gedeputeerde Staten te executeren. Eén van hen, de CDA’er Jakob Trip, zou enkele weken later alsnog overlijden aan zijn verwondingen. De gijzelnemers werden drie maanden later ieder veroordeeld tot 15 jaar celstraf.
