Een badhuis in de middeleeuwen

Welke plaats had de persoonlijke hygiëne in de middeleeuwen?

Volgens veel verhalen gingen mensen in de middeleeuwen zelden in bad. Aan de ene kant komt dit niet uit de lucht vallen; veel vroegmiddeleeuwse Engelse schrijvers geloofden dat de Vikingen overdreven omgingen met hun hygiëne, omdat ze één keer per week in bad gingen. Aan de andere kant zijn er veel verwijzingen naar baden te vinden in boeken en kunstwerken, waaruit je kan concluderen dat veel mensen juist wél in bad gingen.

Mensen wisten dat het een goed idee was om hun handen en gezicht te reinigen. Gezondheidshandboeken uit de middeleeuwen pleitten voor het verwijderen van vuil en roet en gaven het belang aan van het schoonhouden van je lichaam. Veertiende-eeuwse arts Maino de Maineri uit Italië schreef in zijn boek Regimen Sanitatis: ‘Het bad reinigt de uitwendige lichaamsdelen van vuil dat is achtergebleven door inspanning aan de buitenkant van het lichaam.’ Ook betrok hij baden op de derde spijsvertering. ‘Als er afvalproducten van de derde spijsvertering onder de huid zijn achtergebleven die niet zijn opgelost door oefening en massage, zullen deze door het bad worden opgelost.’

Het liefst in de lente en winter in bad

Baden werd vaak dus ook gezien als een serieuze aangelegenheid. Het Secreta Secretorum, een middeleeuwse wetenschappelijke tekst die populair was onder Europese intellectuelen, wijdde een sectie aan het baden. Volgens het Secreta Secretorum kun je het beste in de lente en winter baden, in de zomer baden is daarentegen een minder goed idee. Daarnaast, schrijft het blad, kunnen te lange baden tot vetheid en zwakte leiden.

Ook koningen en hoge adel hielden van een bad op z’n tijd, zoals blijkt uit teksten over de Engelse koning John (begin 13e eeuw) en de eveneens Engelse koning Edward III (14e eeuw). Koning John nam tijdens zijn reizen een badkuip en persoonlijke bediende mee en de speciaal daarvoor aangestelde bediende droeg zorg voor alle perikelen rondom de badkuip. Edward III zorgde er zelfs voor dat zijn kranen in Westminster Palace warm en koud water leverden.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


De geestelijkheid liet zich ook niet onbetuigd

Vaak wordt gedacht dat er in kloosters in de middeleeuwen weinig werd gebaad. Dit idee wordt ondersteund door bepaalde kloosterregels, de monniken van Westminster Abbey moesten bijvoorbeeld vier keer per jaar in bad (met Kerst, Pasen, eind juni en eind september). Het is echter niet duidelijk of daarmee bedoeld werd dat de monniken alleen op die momenten een bad namen of dat het nog vaker kon. Er is wel bekend dat Westminster Abbey een badmeester in dienst had. Deze man kreeg dagelijks twee broden en één keer in het jaar £1, wat waarschijnlijk aangeeft dat zijn positie optimaal werd benut.

Volk ging vaak naar openbaar badhuis

Maar de koningen, adel en geestelijken waren niet de enige mensen op de wereld: het overgrote deel van de bevolking van de aarde bestond – ook in de middeleeuwen - uit de ‘normale mensen’, het volk. Zij konden zich geen bad veroorloven, dus trokken ze massaal naar openbare baden. Deze gelegenheden waren populair, maar hadden in de ogen van sommigen wel een keerzijde: mannen en vrouwen konden elkaar naakt zien en daar kon ongeoorloofde seks uit voortkomen, werd er gezegd. De kerk was het daar niet mee eens en kerkschrijvers stelden allerlei regels rondom baden op, zoals: ‘Hebt u zich in bad gewassen met uw vrouw en andere vrouwen en hen naakt gezien en zij u? Als dat zo is, moet u drie dagen vasten op brood en water.’

Deze verboden hadden niet veel effect. Het leek algemeen geaccepteerd dat de badhuizen er niet alleen waren voor persoonlijke hygiëne, maar ook voor seks en prostitutie. Dit werd oogluikend toegestaan door de lokale autoriteiten, die vonden dat een bepaalde mate van seksuele uitlaatklep was toegestaan voor jonge mannen. Degenen die de badhuizen gebruikten als bordeel, moesten zich wel goed wassen, anders waren ze niet welkom.

In de zestiende eeuw werd het openbare badhuis steeds minder populair. De redenen zijn niet duidelijk. Vaak wordt gesuggereerd dat religie steeds meer haar stempel op de badhuizen drukte, of misschien lag het wel aan de verspreiding van ziekten, zoals syfilis en de pest.

Waarom dacht (en denkt) iedereen dat de middeleeuwen vies waren?

Het beeld dat iedereen in de middeleeuwen vies was, kan zijn ontstaan door later geschreven teksten over de Zwarte Dood in de 14e eeuw, aldus experts over dit onderwerp. Een bad nemen zou volgens sommige teksten uit die tijd de poriën van je lichaam openen, waardoor slechte ziektekiemen zouden binnendringen. Als gevolg van deze redenering, raadden artsen het nemen van een bad sterk af en daar werd eeuwen later uit opgemaakt dat middeleeuwse mensen (bijna) niet in bad gingen.

Daarnaast werd er vanuit de opkomst van de Verlichting en Industriële Revolutie gedacht dat de middeleeuwen een ‘slecht’ beginpunt van de ontwikkeling vormde. Met andere woorden: wij werden beter en wijzer en de middeleeuwen bleven in dit opzicht nog ver achter. Nu is het wel duidelijk dat die vlieger niet altijd opgaat. Ook kan het beeld van de middeleeuwen na de Romeinse tijd met zijn badhuizen en aquaducten een rol spelen. De donkere middeleeuwen zouden dan het tegenovergestelde van Rome uitbeelden.

BRONNEN:

Ook interessant: 

Tijdperken: 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!