Geen afbeelding beschikbaar

Erasmus versus dominee Vlietstra

Ouders moeten een 'zondig' kind slaan. Die boodschap verkondigt dominee A. Vlietstra van de Hersteld Hervormde Kerk in Katwijk in de nieuwsbrief. Vlietstra baseert zich op teksten uit de zeventiende eeuw, die volgens hem 'beslist nog niet uit de tijd zijn'. Dit meldt het Leidsch Dagblad. Volgens humanist Erasmus was een dergelijke opvoeding uit den boze.

Eind vijftiende - en in de zestiende eeuw kwam het humanisme op, een stroming op het gebied van de wijsbegeerte en de literatuur. Het humanisme was met name gericht op de mogelijkheden van het individu. Naast het vermogen van de mens om de wereld om zich heen te leren kennen, lag de nadruk ook op het vermogen tot zedelijk handelen. Ontwikkeling en opvoeding vormden een belangrijk onderdeel van het humanistisch gedachtegoed. Ook de protestantse kerken hechtten sterk aan religieuze en morele vorming.

Desiderius Erasmus

Eén van de meest uitgesproken humanisten op het vlak van de opvoeding, is Desiderius Erasmus (1469-1536). Hij was ervan overtuigd dat het menselijk geluk afhing van goed onderwijs en een goede opvoeding. Het idee van de maakbaarheid van de mens werd algemeen onderschreven. Het ging hierbij dus om intellectuele vorming, opvoeding tot deugd, vroomheid en goede manieren. In 1530 schreef hij het boekje De civilitate morum puerilium libellus (Het boeckje aengaende de Beleeftheidt der kinderlijcke zeden). De moraal van het verhaal was dat kinderen en met name jongens, zich bescheiden, beheerst en ingetogen moesten gedragen. De adviezen die Erasmus hierin gaf, gingen over dagelijkse dingen, zoals: mensen aankijken (je niet mocht uitdagen), spugen (nu ‘not done’, maar Erasmus vond dat het kon, zo lang je je maar afwendde), niezen (met de hand voor de mond), hoesten (Idem) en een wind laten. Maar ook tafelmanieren, kleding en beschaafde tafelconversaties kwamen aan bod.

Kneedbaarheid van kinderen

Ook uit latere werken van Erasmus blijkt zijn geloof in de maakbaarheid van de mens. Zodra een kind de leeftijd van twee bereikte, kon volgens Erasmus de opvoeding beginnen. Hij richtte zich hierbij met name op de vaders die hij ervan probeerde te overtuigen dat al op jonge leeftijd moest worden begonnen met de vorming tot kennis, deugd, vroomheid en goede manieren. Juist op jonge leeftijd moesten zij goed onderwijs genieten. “Want de bron van alle deugd is een liefdevolle en toegewijde opvoeding. (…) Als de natuur u een zoon geeft, geeft ze u niets dan een ruwe massa. Uw taak is het aan die gehoorzame en zich naar alles voegende materie de beste vorm te geven. (…) Behandel de was onmiddellijk wanneer zij nog zacht is, vorm de klei wanneer die nog vochtig is, vul de kruik die nog niet is gebruikt met de beste wijn, verf de wol wanneer hij nog wit van de voller komt en nog geen smetten heeft opgelopen.”

Ruwheid, onbegrip en fysieke straffen

Hij merkte daar bij op dat ruwheid, onbegrip voor de kinderlijke speelsheid en slaan het gedrag was van een slavenhouder of een tiran. Het kind moest worden geleid door wijsheid, rechtschapenheid en ingetogenheid. Ook haalt Erasmus apostel Paulus erbij om aan te tonen dat slaan en fysiek geweld het kind slechts verbittert: ‘Wat schrijft de apostel (Paulus) nog voor met betrekking tot de kinderen? Zover staat de gedachte van hem af dat je kinderen op een slavenmanier zou kunnen slaan, dat er zelfs in vermaningen en terechtwijzingen geen hardheid en geen bitterheid mag zijn: “En gij, vaders, verbittert uw kinderen niet, maar voedt hen op in de tucht en de terechtwijzing van de heer.” (…)Voor de jeugd is niets schadelijker dan aan slaag gewoon te raken, want de overdrijving daarvan heeft tot gevolg dat het edelste karakter onhandelbaar wordt. (…) Het onafgebroken slaan vereelt het lichaam tegen slagen, zoals de ziel verhardt voor de woorden. Het voortdurende schelden verhardt de ziel.’ Humanisme en reformatie gingen hand in hand met de nadruk op vormbaarheid, het belang van vaderschap en van vroeg beginnen met leren. Maar er was ook een groot verschil tussen de ideeën van de katholieke Erasmus en de gereformeerde predikanten uit de Gouden Eeuw. De gereformeerde predikanten waren er namelijk van overtuigd dat het ‘tot zonde geneigde’ kind moest worden behoed voor verderf. De predikanten gingen uit van de verdorvenheid van de mens. Het kind was een ongeschreven blad, goed noch slecht, dat je kunt vullen met wijze raad. Het kind was behalve opvoedbaar, ook verdorven. In hun preken verwezen zij naar ‘de Spreuken’ en niet naar Paulus. Zoals de tekst: “Wie zijn zoon liefheeft, spare de roede niet”.

Dominee Vlietstra

De 17e eeuwse teksten waar dominee Vlietstra nu naar verwijst, zijn dan ook afkomstig van deze predikanten. Hij is van mening dat ouders een zondig kind moeten slaan en schreef dit in de Hervormde Nieuwsbrief, nadat hij een Katwijks echtpaar feliciteerde met de geboorte van hun vijfde kind. Het hoeft van hem niet bij een tik te blijven. Een ouder kind moet zwaarder lichamelijk worden bestraft als het zondigt. Halsstarrige kinderen moeten zelfs 'scherp gekastijd' worden. “Een zware misdaad en gruwel moet niet zacht worden bestraft”.

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

vrouw amerika

Lees het aankomende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 9 januari een abonnement.

Kies jouw welkomstgeschenk

Lees het eerste jaar Geschiedenis Magazine extra voordelig én kies een welkomstcadeau!

Krupp

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 9 januari een abonnement.

Mensen

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 9 januari een abonnement.

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

bloed en spelen

Het komende nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 23 januari.