Kernfysici tijdens de Tweede Wereldoorlog
Gisteren vond er een aanslag plaats op Mostafa Ahmadi Roshan, een Iraanse kernfysicus. De Verenigde Staten veroordeelt de bomaanslag en ontkent betrokkenheid. Hillary Clinton, minister van Buitenlandse Zaken zei dat de VS ‘bij geen enkele gewelddadige actie’ in Iran is betrokken. In de jaren veertig van de vorige eeuw was er een prangende vraag naar getalenteerde kernfysici, te midden van een bloedstollende race om de eerste kernbom.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog dachten zowel nazi-Duitsland, de Sovjet-Unie als de Verenigde Staten aan de ontwikkeling van een bom die zo krachtig zou zijn, dat deze de oorlog in één klap zou kunnen beslechten. Onder de geallieerden heerste er in het bijzonder de angst dat Hitler reeds bezig was met het ontwikkelen van een dergelijke kernsplijtingbom.
Uranverrein
Deze angst was niet irreëel. Sterk nog, Duitsland was al vrij ver in het project Uranverein, een serieuze poging om atoomwapens te creëren. Het programma startte al in 1939. Een jaar eerder hadden de Duitse scheikundigen Otto Hahn en Fritz Strassman de kernsplitsing voor het eerst ontdekt. Hitler trachtte dit meteen in te zetten voor het ontwikkelen van wapens.
De geallieerden hadden echter één groot geluk. Op 7 april 1933 had Hitler een wet ingediend waardoor het onderwijssysteem gepolitiseerd werd. Dit had tot gevolg dat vele getalenteerde wetenschappers hun baan verloren of emigreerden. Onder deze emigranten zaten onder andere acht kernfysici, die later in Amerika meededen aan het Manhattan Project (gestart in 1939), het atoombom ontwikkelingsproject van de VS. Het bekendste voorbeeld is Einstein, hoewel hij niet meedeed aan het Manhattan Project, had hij Roosevelt reeds in 1940 een brief geschreven met de waarschuwing dat Duitsland een atoombom probeerde te ontwikkelen.
Duitsland was niet snel genoeg. Russische troepen namen Berlijn in, terwijl de atoombom nog niet ontwikkeld was. Direct na de capitulatie gingen zowel de Russen als de Amerikanen op zoek naar Duitse wetenschappers om voor hun eigen atoombom projecten. Er ontstonden namelijk al direct spanningen tussen de twee mogendheden, voortkomende uit ideologische tegenstellingen.
Kernfysici voor eigen gebruik
Wederom had de VS geluk: het instituut voor de natuurkunde bevond zich in de bezettingszone van de Fransen. Een groot aantal Duitse wetenschappers werd in bewaring genomen en ingezet voor het Manhattan Project. Er was zelfs een geheime operatie, Operatie Epsilon, die tot doel had negen bekende Duitse kernfysici naar Engeland te brengen (waaronder Otto Hahn).
Een belangrijke fabriek waar met uranium getest werd, bevond zich in het oosten van Duitsland. Dit gebied zou in handen vallen van de Russen, dus besloot de VS het complex te bombarderen. Dat het ontwikkelen van een atoombom ongelofelijk belangrijk was, bleek wel: 612 bommenwerpers van het type B17 legden de nucleaire fabriek plat. Dit was één van de eerste militaire operaties die kunnen worden toegerekend aan de Koude Oorlog, het was een actie puur gericht tegen de Russen. Toch kon Amerika niet voorkomen dat ook de Russen heel veel kernfysici oppakten en gebruikten voor hun kernbom project.
De atoombom wordt werkelijkheid
Op 16 juli 1945 won Amerika de race,: de eerste test kernbom werd tot ontploffing gebracht. Slechts een maand later, op 8 augustus, werd het wapen al direct ingezet in de oorlog tegen Japan, met 80.000 slachtoffers in één klap, en duizenden in de jaren erna door straling. Lang duurde het monopolie echter niet, want de Sovjet Unie slaagde in de ontwikkeling van een atoombom in 1949. Een zenuwslopende Koude Oorlog volgde, velen verwachtten de vernietiging van de wereld door de mens zelf. Tegenwoordig zijn enkele kleine landen ijverig op zoek naar een eigen atoombom. Zo willen ze hun militaire machteloosheid in het licht van de VS compenseren, maar de internationale gemeenschap werkt dit tegen.
In Iran zijn er nu al vaker aanslagen gepleegd op nucleaire wetenschappers. Het verlies van kernfysicus Roshan kan een achteruitgang betekenen voor het Iraanse atoomprogramma.