Geschiedenis van het Franse presidentschap
De Franse socialist François Hollande heeft gisteren met 51,7 procent van de stemmen de presidentsverkiezingen van Frankrijk gewonnen. Hij versloeg hiermee zijn directe rivaal, de centrumrechtse politicus en zittend president Nicolas Sarkozy. Binnenkort zal Hollande benoemd worden tot de 24ste president van Frankrijk, een ambt dat al bestaat sinds 1848 en een opmerkelijke geschiedenis kent.
Drie jaar na de Franse Revolutie van 1789 werd in Frankrijk de republiek uitgeroepen. Toch besloot de Nationale Conventie nog geen apart presidentsambt te creëren, maar werd de voorzitter van het parlement benoemd tot staatshoofd. Later werd deze functie overgenomen door een vijfkoppig bestuur, het Directoire, dat standhield tot de staatsgreep van Napoleon Bonaparte in 1799.
Tweede Franse Republiek
De eerste echte Franse presidentsverkiezingen kwamen tot stand met de liberale Februarirevolutie van 1848. Na het aftreden van koning Lodewijk Filips van Frankrijk koos een ruime meerderheid van de Fransen Lodewijk Napoleon Bonaparte, een neef van Napoleon, tot hun eerste president. Lodewijk Napoleon bleek echter dezelfde ambities te hebben als zijn neef en hij pleegde in 1852 een staatsgreep. Vervolgens hield hij een referendum, waarin hij zich door het Franse volk liet benoemen tot keizer.
Zwakke president
Na de omverwerping van het Tweede Franse Keizerrijk in 1870 besloot men om grondige aanpassingen te maken in de positie van de president. Om een nieuwe presidentiële staatsgreep te voorkomen, werd in de grondwet van de Derde Republiek vastgelegd dat de president gekozen werd door de Kamer van Afgevaardigden en slechts beperkte bevoegdheden had. Deze relatief zwakke positie werd vervolgens nog verder uitgehold na de constitutionele crisis van 1877, waarin het parlement de macht naar zich toetrok. Dit systeem zou standhouden tot de Duitse verovering van Frankrijk in 1940, dat resulteerde in de oprichting van het Vichy-regime.
Charles de Gaulle
Charles de Gaulle, 1942
Met de oprichting van de Vierde Franse Republiek in 1946 werd de macht van de president nog verder beperkt. Dit tot grote onvrede van generaal en beoogd president Charles de Gaulle, die verklaarde geen staatshoofd te willen worden “om alleen maar chrysanten te onthullen”. Wat volgde was een politiek uiterst instabiele situatie, waarin zwakke regeringen elkaar snel opvolgden, terwijl het parlement verscheurd raakte tussen de communisten enerzijds en de conservatieven anderzijds. Uiteindelijk leek Frankrijk vanwege de onrust, in combinatie met grote onvrede binnen het leger, in 1958 af te stevenen op een burgeroorlog. Om dit te voorkomen besloot het parlement toch een beroep te doen op Charles de Gaulle en hem als president haast onbeperkte bevoegdheden te geven.
Vijfde Franse Republiek
Uiteindelijk resulteerde dit in de invoering van een nieuwe grondwet met de huidige staatsvorm, die bekend staat als de Vijfde Franse Republiek. Hierbinnen kreeg de Franse president zowel formeel als informeel aanzienlijke macht toegewezen, met name op het gebied van buitenlandse zaken. De Gaulle zou het ambt uiteindelijk meer dan tien jaar bekleden, waarna hij in 1969 opgevolgd werd door partijgenoot Georges Pompidou. Na hem volgden Valéry Giscard d’Estaing (1974-1981), François Mitterand (1981-1995), Jacques Chirac (1995-2007) en Nicolas Sarkozy (2007-2012). Laatstgenoemde wordt dus nu opgevolgd door de socialist François Hollande, die zich binnenkort de 24ste president van Frankrijk mag noemen.