Meer dan 300 jaar Rousseau
De Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau was inspirator van de Franse revolutie, verheerlijkte de ‘algemene wil’ en wordt door sommigen gezien als voorloper van extreem nationalisme en communisme.
Rousseau werd in 1712 geboren als zoon van een horlogemaker in het calvinistische Genève. Zijn moeder stierf tijdens de bevalling en zijn vader stuurde hem als leerjongen naar kennissen. Rousseau besloot weg te lopen en vond onderdak bij een oudere, rijke dame. Deze Françoise-Louise de Warens bekeerde Rousseau tot het katholicisme. Hij werd haar minnaar en tot zijn 28e woonde hij af en aan bij Françoise-Louise. Zij regelde diverse baantjes voor hem.
Schrijftalent
Rousseau bleek talent te hebben voor schrijven. In 1750 leerde Rousseau Nicolas de Condorcet kennen. Hij kon meewerken aan zijn project, het schrijven van de Encyclopédia. In datzelfde jaar brak hij in intellectuele kring door met het prijswinnende essay Vertoog over de ongelijkheid. Een belangrijk deel van zijn ideeën deed Rousseau op toen hij in 1743 werkte als privé-secretaris van de Franse ambassadeur in Venetië. Hij hield die baan niet lang vol, binnen het jaar was hij met ruzie vertrokken. Rousseau schreef over die periode:
“In Venetië zag ik voor het eerst met eigen ogen de tekortkomingen van een regering (…). Sindsdien besef ik dat alles radicaal afhangt van de politiek en dat (…) een volk nooit meer kan zijn dan wat zijn regering er van maakt. De grote vraag is daarom deze: welke regeringsvorm is het geschiktst om de meest deugdzame, verlichte en goede mensen voort te brengen.”
Edele wilden
Rousseau geloofde dat de mens van oorsprong goed is. Alle ondeugden in de maatschappij komen volgens Rousseau voort uit onderdrukkende vormen van opvoeding, onderwijs en door een regering boven de mens te stellen. “De mens wordt vrij geboren en overal ligt hij in ketenen”, schreef hij. Hij stelde de “edele wilden” uit Noord-Amerika als voorbeeld. Zij leefden volgens Rousseau vreedzaam en solitair samen zonder regering die wetten en plichten oplegt.
Algemene wil
In Het maatschappelijk contract (1762) zoekt Rousseau rechtvaardiging voor het bestaan van de staat. Hij pleit daarin voor soevereiniteit van het hele volk, waarbinnen ieder lid gelijke rechten bezit. Daarbij moet het door de maatschappij aangewakkerde eigenbelang opgeheven worden ten gunste van een algemene wil. De staat zou die algemene wil moeten uitdrukken en nastreven. Het collectief en de gemeenschap waren volgens Rousseau van belang, niet het individu. Door deze ideeën groeide Rousseau tijdens de Franse Revolutie uit tot idool, maar het is ook de reden dat hij later door sommigen werd bestempeld als voorloper van extreem nationalisme en communisme.
Privé-leven
In 1768 trouwde Rousseau met de ongeletterde Thérèse Lavasseur. Samen kregen ze vijf kinderen, maar zij werden allemaal afgestaan aan het weeshuis. Hij had zijn hele leven een zwakke gezondheid. In 1776 kreeg Rousseau een verkeersongeluk. Twee jaar later overleed hij aan een hersenbloeding of hartstilstand. Hij werd begraven op het Populiereneiland in een klein plaatsje in Frankrijk. In 1794 werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar het Panthéon in Parijs.
Afbeeldingen:
-
Public domain via Wikimedia Commons