Isaac Newton
“If I have seen further it is by standing on ye sholders of Giants”, schrijft Isaac Newton in 1677 aan zijn rivaal Robert Hooke. Dat hij daadwerkelijk in staat is met behulp van geprezen voorgangers als Copernicus, Kepler en Galilei ‘verder te kijken’ bewijst de Britse natuurkundige, wiskundige en alchemist met zijn theorie over universele zwaartekracht. Isaac Newton werd geboren op 4 januari 1643.
Newton was afkomstig uit een boerenfamilie, woonachtig in Woolsthorpe, Engeland. Doordat zijn vader drie maanden voor Newtons geboorte overleed en zijn moeder hertrouwde met een welgesteld geestelijke bij wie ze zonder haar zoon introk, werd hij vanaf zijn derde levensjaar grootgebracht door zijn grootmoeder. Op twaalfjarige leeftijd vond het weerzien met zijn moeder plaats. Zij zag het liefst dat Isaac zich na het voltooien van zijn schoolopleiding in Grantham richtte op het boerenleven. Met hulp van zijn oom wist Isaac haar echter te overtuigen om hem in 1660 naar de Universiteit van Cambridge te sturen.
De Wetenschappelijke Revolutie (die rond 1600 begon en voortduurde tot het begin van de 19e eeuw) was al in volle gang toen Newton begon te studeren. Hij was een ijverig student en besteedde in zijn vrije tijd veel uren aan het lezen van werken van invloedrijke natuurkundigen en filosofen, waaronder Descartes. In 1669 werd hij aangesteld als hoogleraar in de Wiskunde. Zijn belangrijkste werk, de Philosophiae Naturalis Principia Mathematica, schreef Newton tussen 1684 en 1686. Het leverde hem zijn status als grondlegger van de klassieke mechanica op.
Het verhaal wil dat zijn jarenlange studie naar zwaartekracht werd ingeluid door een moment waarop Newton een appel van een boom zag vallen. Hij formuleerde een universele wiskundige natuurwet betreffende het idee dat álle materie elkaar aantrekt. Zo was Newton in staat de door Copernicus en Kepler beschreven planeetbanen te verklaren, evenals de getijdenbeweging, aan de hand van de aantrekkingskracht van de maan.
Newton was vanaf 1703 tot aan zijn dood in 1727 voorzitter van de Royal Society, de Britse Academie voor wetenschappen. Gedurende zijn laatste levensjaren genoot Newton veel aanzien binnen Europese academische kringen. Hij trouwde echter nooit en had bovendien tijdens zijn leven weinig vrienden gemaakt. Newton overleed op 85-jarige leeftijd aan de gevolgen van extreme spijsverteringsproblemen.
