Herkomst van 'tot in de pruimentijd'
Wanneer je niet weet wanneer je iemand weer zult zien, kun je dit uitdrukken door bij het afscheid te zeggen: ‘Tot in de pruimentijd’. Deze uitdrukking is zeer bekend in de Nederlandse taal en bestaat al eeuwen. Maar waar komt de uitdrukking eigenlijk vandaan?
‘Tot in de pruimentijd’ is een uitdrukking die vermoedelijk al bestaat sinds de 17e eeuw. De herkomst ervan is niet helemaal duidelijk. Letterlijk is de ‘pruimentijd’ de tijd dat de pruimen rijp zijn, de zomer dus. Maar waarom juist voor de ‘pruimentijd’ is gekozen bij de uitdrukking en bijvoorbeeld niet voor de ‘appeltijd’ is niet helemaal duidelijk. Wel bestaan er verschillende theorieën over.
Figuurlijke betekenis van het woord pruim
Eén van de theorieën heeft te maken met een andere betekenis van het woord pruim en stond vroeger in de Van Dale. Het vrouwelijk geslachtsdeel wordt soms ook ‘pruim’ genoemd en hier zou de uitdrukking dan aan ontleend zijn. Een verdere verklaring werd in de Van Dale echter niet gegeven, zodat deze theorie niet al te waarschijnlijk is. In de nieuwste edities van de Van Dale wordt deze betekenis ook niet meer gegeven.
P.C. Hooft
Een andere theorie over de herkomst van ‘tot in de pruimentijd’ heeft te maken met de beroemde Nederlandse schrijver Pieter Corneliszoon Hooft (1581-1647) en enkele van zijn vrienden. Hooft woonde gedurende een groot deel van zijn leven in de zomermaanden in het Muiderslot in Muiden, terwijl hij de winters in Amsterdam doorbracht. In het Muiderslot ontving hij dan ook zijn literaire vrienden, onder wie bijvoorbeeld Joost van den Vondel (1587-1679).
Deze vrienden verbleven dan vaak voor een lange periode in het kasteel. Bij het afscheid zouden de vrienden van Hooft dan tegen elkaar ‘tot in de pruimentijd’ gezegd hebben. Rondom het Muiderslot stonden namelijk veel pruimenbomen. Ze bedoelden hiermee dan de volgende zomer. Zo zou ‘tot in de pruimentijd’ langzaam een meer figuurlijke betekenis hebben gekregen en een uitdrukking zijn geworden. Helaas is niet bekend of het verhaal over Hooft en zijn vrienden echt klopt. Wel bestaat er één literair fragment waarin Hooft het heeft over ‘de pruimentijd.’ Dit fragment luidt als volgt: “Dat het U Eed. Gestr. Geliefde ons met haare jeghenwoordigheit hier te koomen vereeren, teeghens den pruimtijdt, die voorhanden is.” Hierdoor wordt deze theorie over de herkomst van de uitdrukking als de meest plausibele beschouwd.