Watersnood raakt Volendam hard in 1916
Het eiland Marken en de bekende vissersdorpen Spakenburg en Volendam werden tijdens de Watersnood van 1916 zwaar getroffen. Op Marken vielen zestien slachtoffers te betreuren en vielen huizen om of spoelden weg. In Spakenburg was veel materiële schade doordat de botters met grof geweld tegen de huizen waren geslagen. In het laag gelegen deel van Volendam werd de hoogste waterstand gemeten; het water stond tot aan de dakgoot.
Dagboek van Pastoor Van der Weiden
Eén van die ooggetuigenverslagen is van pastoor Van der Weiden van de Rooms-Katholieke Sint Vincentiuskerk te Volendam. In de tentoonstelling vinden bezoekers een schilderij van Herman van der Haar terug dat de door het water omsloten kerk en pastorie met noodbrug afbeeldt. Pastoor Van der Weiden beschrijft daarbij de gebeurtenissen van de Watersnoodramp 1916 in zijn bewaard gebleven dagboek. Hij probeert te redden wat er te redden valt.
“Op vrijdag 14 januari 1916 om drie uur in de morgen werden wij gewekt. Alle mensen waren op de been. Men vreesde een dijkdoorbraak. De zee stond zeer hoog tot bijna aan de kruin van de dijk. Dat was wel meer gebeurd, maar wat erger was, en wat volgens oude mensen sinds mensenheugenis nog nooit was gebeurd, de wind draaide naar het oosten en het water sloeg met een geweldige kracht tegen de dijk. Dit is volgens mijn bescheiden mening de oorzaak van de ramp. De dijk spoelde door het overslaande water aan de binnenkant weg, verloor daar zijn steun en bezweek tenslotte. En hij was toch zo breed en sterk. God bidden dat hij de ramp mocht afweren, was het enige dat wij konden doen. Daarom hebben wij van zes tot zeven uur voor het geopende tabernakel gebeden en voor die intentie droeg ik om zeven uur de Heilige Mis op. Is ons gebed verhoord?”