De geschiedenis van Zeehondenopvang in Nederland
Op verschillende plekken in Nederland heeft de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit onderzoek gedaan naar particulieren die illegaal een zeehonden opvang begonnen zijn. Dat is tegen de regels van het in 1988 gesloten ‘Zeehondenverdrag’, waarin regels voor de bescherming van zeehonden zijn vastgelegd. De bescherming die ooit op particulier initiatief begon.
Jacht op zeehonden
Vandaag de dag is de zeehond een beschermde diersoort, die in Nederland op de rode lijst staat. Dat betekent dat de overheid zich actief in moet zetten om de dieren te beschermen tegen jagers, vervuiling en andere bedreigingen. Lang werd de zeehond echter zelf als een bedreiging gezien. Vissers zagen de dieren als concurrenten en er werden premies uitgeloofd voor zeehondenjagers. Ook het bont van de dieren was populair voor kleding. De jacht en vervuiling leidden er toe dat er in de jaren ’60 van de twintigste eeuw nog slechts 1.100 zeehonden in de Waddenzee over waren.
Texel als zeehondenopvang
In 1952 begon het Texels Museum met het opvangen van jonge zeehonden. Conservator Gerrit de Haan begon samen met zijn vrouw de opvang om zeehonden die verzwakt aanspoelden een kans op overleven te geven. De zeehonden die het museum opving, werden niet meer uitgezet omdat de dieren in het wild nog sterk bedreigd werden.
Zeehondencrèche Pieterburen
In 1962 werd de zeehondenjacht in Nederland verboden, maar daarmee was het werk voor de zeehondenopvang nog niet gedaan. Door vervuiling bleef de zeehondenpopulatie dalen. In 1971 richtte Lenie ’t Hart de bekende zeehondencrèche in Pieterburen op. Letterlijk in een badkuip in de achtertuin verzorgde zij aangespoelde ‘huilers’ - zeehondenpups zonder moeder - tot zij weer aangesterkt waren.
Verzorging en publiek
Naast de verzorging van zieke en ontheemde zeehonden kregen de opvangcentra ook een belangrijke rol in de bewustwording van het publiek over de problemen in de Waddenzee. De bezoekers van het Texels Museum kregen naast de museumcollectie ook de zeehonden te zien en zo werden de dieren het gezicht van de problematiek. Dat gaf draagvlak aan de wens voor een betere bescherming van zeehonden. Steeds meer gebieden werden aangewezen als zeehondenreservaat en uiteindelijk werd in 1988 zelfs een verdrag gesloten waarin alle landen aan de Waddenzee afspraken zeehonden in de Waddenzee actief te beschermen.
Onderzoek naar zieke zeehonden
Naast de opvang en verzorging begonnen de centra zich steeds meer bezig te houden met het onderzoek naar zeehonden. Opvangcentra legden contact met onderzoeksinstellingen en trokken wetenschappers aan. De noodzaak hiertoe kwam nog eens extra naar voren doordat toen in 1988 een epidemie uitbrak onder de zeehonden in de Waddenzee. Ecomare, het vroegere Texels Museum, en de Zeehondencrèche Pieterburen leverden een belangrijke bijdrage aan het onderzoek naar het virus dat de epidemie veroorzaakte en het daaropvolgend herstel van de populatie.
Toekomst zeehondenopvang
Nu het weer beter gaat met de zeehondenpopulatie gaan er stemmen op om de zeehondenopvang te stoppen. Het uitzetten van dieren uit gevangenschap kan volgens sommigen juist bijdragen aan het verspreiden van ziektes doordat zij niet door natuurlijke selectie verdwijnen. Toch willen de organisaties door blijven gaan met het opvangen van verzwakte of verweesde zeehonden. Niet per se om daarmee de soort in stand te houden, maar ook om het verhaal van de zeehonden te blijven vertellen.
Bronnen: