Iedereen online

Ons leven is meer en meer verbonden met het internet; we kunnen werkelijk niet meer zonder. Dit is best gek als je bedenkt dat het internet nog helemaal niet zo lang bestaat. Wat begon als een netwerk van computers om informatie te delen in 1962, groeide in 1991 uit tot het wereldwijde web, opgezet door Tim Berners-Lee. Meer over de geschiedenis van het internet kun je hier lezen. Wat is er sinds 1991 allemaal gebeurd?

De eerste .nl-domeinnnaam

Op 1 mei 1986 werd de eerste .nl-domeinnaam geregistreerd: cwi.nl. Dit .nl-adres was het eerste actieve landendomein buiten de Verenigde Staten en is nog altijd online. De eerste .nl-domeinnaam werd aangevraagd door Piet Beertema. Omdat de populariteit van internet steeds meer toenam werd in 1996 Stichting Internet Domeinnaamregistratie Nederland (SIDN) opgericht. Deze organisatie reguleert de uitgifte van de .nl-domeinnamen. Het .nl-domeinnaam is relatief groot; op dit moment zijn er rond de 5,5 miljoen .nl-domeinnamen online. Er zijn slechts vier landendomeinen met meer registraties. Tot voor kort was er slechts een beperkte keus als het ging om zogenaamde top level domains. Men kon bijvoorbeeld kiezen uit .nl, .com, en .net. Sinds 2012 is de markt voor de top level domains opengegooid en komen er steeds meer nieuwe extensies bij, zoals .amsterdam of .expert.

Web 2.0

In den beginne waren de websites die online kwamen vrij statisch. Er was vooral informatie te lezen en lezers konden zelf niet bijdragen aan de website. De omslag naar een dynamischer internet ligt volgens Tim O’Reilly rond 2001. Tim O’Reilly is de bedenker van de term Web 2.0. Deze term staat voor een internet waarbij er meer sprake is van interactie tussen alle gebruikers. Voorbeelden van typische Web 2.0 fenomenen zijn blogs, sociale media en sites als Wikipedia waar iedereen aan kan bijdragen. Met de komst van een meer dynamische internet zijn er steeds meer mensen online gekomen. Zelfs veel opa’s en oma’s hebben tegenwoordig een Facebookaccount om de nieuwste foto’s van hun kleinkinderen te kunnen bewonderen. Web 2.0 heeft dus voor een heel grote omslag gezorgd in de internetwereld en ook in onze maatschappij. Iedereen deelt constant informatie en met de komst van de smartphone lijkt het hek van de dam. Velen zijn de hele dag met internet verbonden en alles wat er online gebeurt wordt opgemerkt. Een onhandige tweet van een bedrijf hoeft maar een paar seconden online te staan om door talloze mensen te worden opgemerkt en grote problemen te veroorzaken. We zijn op dit moment dus nog steeds aan het leren hoe we om moeten gaan met al deze nieuwe vormen van communicatie.

Een eigen pagina

Niet alleen heeft het gros van de mensen tegenwoordig een account op een sociale netwerksite, zoals Facebook of Twitter. Ook steeds meer mensen maken hun eigen persoonlijke pagina aan via websites zoals STRATO. Voor het aanmaken van een eigen website hoeft men tegenwoordig geen of weinig programeerkennis meer te bezitten. Met speciale programma’s wordt het opzetten van een website heel eenvoudig gemaakt. Zelfs complexe zaken, zoals het aanmaken van een webshop kan tegenwoordig door iedereen worden gedaan en dit gebeurt dan ook veelvuldig.

Google

Wie aan internet denkt, denkt natuurlijk ook aan de zoekmachine van Google. Het woord googelen is inmiddels zelfs opgenomen in de Nederlandse Dikke van Dale. De Google-zoekmachine kwam in 1997 voor het eerst op internet kijken en is met de jaren uitgegroeid tot de belangrijkste zoekmachine op het web. Weinig mensen surfen tegenwoordig nog rechtstreeks naar een website. Bijna alles verloopt via Google en het bedrijf heeft hiermee veel macht verworven. Een artikel over de lancering van Google kun je hier vinden.

The internet of Things

Vandaag de dag is iedereen de hele dag verbonden via het internet. Niet alleen computers en telefoons zijn verbonden, maar ook steeds meer andere apparaten krijgen een internetverbinding, zoals de thermostaat en de koelkast. Deze laatste categorie apparaten is op dit moment in opkomst en wordt ook wel aangeduid met The Internet of Things. Door apparaten met internet te verbinden wordt ons veel werk uit handen genomen. De thermostaat kan bijvoorbeeld vanaf een afstandje worden bediend, zodat het alvast lekker warm is thuis als je terugkomt van een uitstapje. Volgens velen schuilen er echter ook veel gevaren achter dergelijke technologie. De informatie die dergelijke apparaten opslaan zijn erg privacygevoelig.