Raden Adjeng Kartini: De eerste Indonesische feminist
Raden Adjeng Kartini (1879-1904) wordt beschouwd als de eerste voorvechtster van de rechten van de vrouw in Indonesië. Voor velen is zij het symbool van de emancipatie van Indonesische vrouwen. Op 3 augustus 1964 verklaarde Soekarno, president van de Republiek Indonesië (1945-1967), de geboortedag van Kartini tot een nationale feestdag: Hari Kartini (Kartini dag). Volgens Soekarno was ze een ‘heldin van de nationale vrijheid’.
Raden Adjeng Kartini
Raden Adjeng Kartini werd geboren op 21 april 1879 in Jepara. De aristocratische Javaanse was de dochter van Raden Mas Sosroningrat, regent van Jepara. Destijds was polygamie nog gebruikelijk en haar moeder, Ngasirah, was zijn eerste van drie vrouwen. In een tijd waarin meisjes weinig of geen onderwijs genoten, had Kartini het privilege om tot haar twaalfde samen met haar broers naar een lagere school voor Nederlandse kinderen te gaan. Op 8 november 1903 werd Kartini uitgehuwelijkt aan Raden Adipati Ario Djojoadingrat, regent van Rembang. Kartini werd de hoofdvrouw van een familie met drie bijvrouwen en zeven kinderen. Op 17 september 1904, vier dagen na de bevalling van haar eerste kind, stierf Kartini op vijfentwintigjarige leeftijd.
Afzondering tot het huwelijk
Volgens Javaanse traditie werd Kartini vanaf haar twaalfde tot aan haar huwelijk thuis afgezonderd. Deze traditie moest meisjes op hun toekomstige huwelijk voorbereiden. Ze mochten niet zonder escort naar buiten totdat het gezag werd overgedragen aan de echtgenoten. Kartini’s opsluiting duurde van 1891 tot 1903 toen zij trouwde met de regent van Rembang. Dit weerhield haar er niet van zichzelf verder te onderwijzen. Op de lagere school had ze Nederlands geleerd en via Nederlandse boeken maakte ze kennis met de westerse cultuur. Ze correspondeerde met Nederlandse penvriendinnen over de koloniale bevolking en de achtergestelde positie van de vrouw in Indonesië.
Ethische politiek
Kartini en haar zussen Roekmini en Kardinah kregen conversatielessen van de Nederlandse ambtenaarsvrouw Marie Ovink-Soer. Deze gesprekken liepen vaak uit op discussies over sociale zaken, waaronder de rechten van vrouwen. Rond haar twintigste ging Kartini artikelen schrijven voor Nederlandstalige tijdschriften die in Nederland en Java gepubliceerd werden, onder het pseudoniem ‘Het klaverblad’. Kartini sprak zich hierin uit over koloniale zaken en de noodzaak van onderwijs voor Javanen. Zo kwam ze in contact met de directeur van het Departement van Onderwijs J.H. Abendanon en zijn vrouw Rosa. Het echtpaar was voorstander van de zogeheten 'ethische politiek' die rond 1901 geïntroduceerd werd. Dit beleid was erop gericht de welvaart en het welzijn van de Indonesische bevolking te verbeteren. Een van de belangrijkste middelen om dit te bereiken was onderwijs.
Onderwijs voor meisjes
Kartini en Rosa Abendanon bleven met elkaar in contact en schreven veel brieven over de toestand van de koloniale bevolking. Kartini verzette zich in haar brieven tegen voorhuwelijkse opsluiting, polygamie en uithuwelijking van meisjes met mannen die al vrouwen en kinderen hebben. Ook vond ze dat er onderwijs voor meisjes moest komen. Zelf wilde ze graag een opleiding in Nederland volgen en via haar contacten bemachtigde ze hiervoor zelfs een beurs. Onder druk van haar familie moest ze hier echter vanaf zien. Toch bleef ze zich sterk maken voor beroepsonderwijs voor meisjes en via haar inmiddels grote netwerk van correspondentievrienden wist zij een steeds groter publiek te bereiken. Een paar maanden voor haar huwelijk lukte het Kartini om een klein informeel schooltje op te richten voor meisjes. Kartini's echtgenoot bleek vrij liberaal en van hem kreeg ze de vrijheid om kritiek te blijven uiten.
Door duisternis tot licht
Vier jaar voor Kartini's vroegtijdige overlijden sprak ze de volgende woorden:
"En al zal ik dan zoo gelukkig niet zijn, het einddoel te bereiken, al zal ik halverwege reeds bezwijken, ik zal gelukkig sterven, want de baan is dan toch gebroken en ik heb meê helpen opbreken den weg, die leidt naar de vrijheid en zelfstandigheid der Inlandse vrouw."
Na Kartini’s dood werden er op Java scholen voor meisjes opgericht en kwam er veel aandacht voor de emancipatie van vrouwen. Om fondsen te werven voor meisjesscholen, bundelde Abendanon een aantal van Kartini’s brieven in het boek Door duisternis tot licht (1911). Volgens Soekarno, die Kartini in 1964 tot ‘heldin van nationale vrijheid’ uitriep, was ze niet alleen een voorvechtster van de emancipatie van vrouwen, maar voor de gehele Indonesische bevolking. Tot op de dag van vandaag is zij een inspiratie voor Indonesische vrouwen.
<strong>Bronnen</strong>
<ul>
<li><a href="http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Kartini">re..., Kartini (1879-1904).</li>
<li><a href="http://www.hurights.or.jp/archives/focus/section2/2009/06/raden-ajeng-ka..., Raden Ajeng Kartini: Indonesia's Feminist Educator.</li>
<li><a href="http://www.damescompartiment.nl/biografie/kartini.html">www.damescompart..., Raden Adjeng Kartini (1879-1904).</li>
</ul>
<h2>Afbeelding</h2>
Portret van Raden Ajeng Kartini, uit de collectie van het <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Kartini#/media/File:COLLECTIE_TROPENMUSEUM_....