Wat te doen na de ontdekking van de IJsselkogge?
Even de feiten op een rij. In 2010 vonden duikers bij een vooronderzoek op de IJsselbodem het wrak van de IJsselkogge. Deze werkzaamheden werden verricht in voorbereiding op de zomerbedverlaging Beneden-IJssel in het kader van het project ‘Ruimte voor de Rivier’. Dat project van Rijkswaterstaat is erop gericht het gebied van Kampen tot Zwolle in de toekomst droog te houden door middel van een bypass als het Reevediep en het verdiepen van de IJssel om de rivier bevaarbaar te houden.
Dit artikel is afkomstig uit de IJsselkogge-special van Archeologie Magazine uit 2016
Ontdekking
Rijkswaterstaat schakelde na de vondst van het wrak archeologen in, die de vondst aan een nader onderzoek onderwierpen (zie hierna). Zij stelden vast dat het wrak een laatmiddeleeuwse kogge zou kunnen zijn en dat twee wrakken die in de onmiddellijke nabijheid hiervan ook waren aangetroffen, een aak en een punter konden zijn.
Wat nu?
In deze fase werd voor Rijkswaterstaat de vraag steeds prangender: wat nu te doen? De rivier moest verder worden uitgebaggerd, maar wat te doen met de vondsten? Bergen of laten liggen? En welke oplossing ook gekozen wordt, hoe zou die dan moeten worden uitgevoerd? Bij dit soort complexe vraagstukken is nader advies van terzake deskundigen nodig en Rijkswaterstaat verleende daartoe na een aanbestedingsprocedure een combinatie van de adviesbureaus Vestigia en Infram de opdracht. Vestigia adviseert vooral grote bouwondernemingen, aannemers, ontwikkelaars en overheden die zich voor projecten met complexe archeologische vraagstukken geplaatst zien, zoals bij de aanleg van de Hanzelijn of de A2 bij Maastricht. Het civieltechnisch ingenieursbureau Infram is vooral in waterbeheer en -management gespecialiseerd. De combi Vestigia en Infram trad dus aan om Rijkswaterstaat met raad en daad bij te staan bij de verdere voorbereiding en het projectmanagement van het IJsselkogge project. ‘Onze rol is achter de schermen, dus wellicht minder sexy’, zo benadrukt directeur Wilfried Hessing van Vestigia. ‘Wij zijn al 2,5 jaar geleden gestart met de voorbereiding. Ons werk omvat haalbaarheidsstudies, technische variantenanalyses, veiligheidsplannen, vergunningen, verkeersregeling, kostenramingen, marktverkenning, wetenschappelijk programma van eisen, aanbesteding, beoordeling aanbiedingen, contractdocumenten enzovoort. De archeologische én technische kennis die daarvoor nodig is hebben beide bureaus in huis’. Meteen bij de verlening van de opdracht speelde de vraag naar bewaren in situ of berging van de wrakken. ‘Het was onze taak om voor Rijkswaterstaat voor de besluitvorming daarover alle relevante aspecten af te pellen’, licht hij toe. ‘In concreto hield dat in het in kaart brengen van risico’s, kosten, belanghebbende partijen, juridische eisen, communicatieaspecten, om maar eens wat te noemen. Ook hebben we nog een extra historisch onderzoek in het archief van Kampen gedaan, om te proberen aanwijzingen te vinden voor de reden waarom de wrakken daar terecht waren gekomen. Dat deden we niet alleen uit historische interesse, maar juist ook om er op voorbereid te zijn, als er op die plek iets bijzonders aan de hand zou zijn geweest. Stel je voor dat de kogge in een zeeslag was gezonken, dan had de vindplaats en de kogge vol kunnen liggen met allerlei vondsten. Een definitief antwoord leverde het speurwerk in het archief niet op, wel kwam er steeds meer indirect bewijs voor de hypothese dat de schepen afgezonken moesten zijn om de rivierloop te beïnvloeden. Kortom, zo’n kogge laat je in de 15e eeuw niet zomaar in een druk bevaren rivier achter, maar in de 21e eeuw til je haar er ook niet zomaar uit’.
Berging en conservering
Toen na al het uitzoekwerk door de bureaus duidelijk was geworden dat berging best uitvoerbaar was en ook de voorkeur verdiende, besloot Rijkswaterstaat in overleg met de provincie Overijssel, de gemeente Kampen en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in maart 2013 tot een complete berging. De combinatie ‘Isalacogghe’ kreeg na een aanbestedingsprocedure van Rijkswaterstaat de opdracht om de berging uit te voeren. Isalacogghe wordt gevormd door drie bedrijven: ADC ArcheoProjecten, Baars-CIPRO en HEBO Maritiemservice. Deze drie bedrijven bundelden daarmee expertise op het gebied van maritieme archeologie, civieltechnische duikwerkzaamheden, hydrografie en bergingstechniek. Tevens werd besloten de wrakken na berging direct over te brengen naar het terrein van de stichting Batavialand in Lelystad. Daar wordt door experts onder meer van Batavialand, ADC ArcheoProjecten en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed onderzocht of de wrakken goed genoeg zijn om ze te kunnen conserveren. Als conservering mogelijk is, hebben de experts daarvoor zo’n drie jaar nodig. Ook op dat proces houdt Vestigia/ Infram het toezicht. Na conservering kan de IJsselkogge worden overgebracht naar een tentoonstellingslocatie. Maar hierover meer in het vervolg van deze special.
afbeelding:
Lichting IJsselkogge Kampen, vimeo.com, cloudshots