De IJsselkogge: de Hanze en Kampen
In 2010 werd bij vooronderzoek voor baggerwerkzaamheden in de rivierbedding van de IJssel bij Kampen een 15e-eeuwse kogge ontdekt. In deze special staan we stil bij de hele operatie van het archeologisch onderzoek van de scheepsresten en de berging en conservering daarvan, tegen de achtergrond van de geschiedenis van koggeschepen en Hanzesteden als Kampen.
Lou Lichtenberg
Het gebruik van koggen en de Hanze
De kogge was een van de meest gebruikte goederenschepen in het scheepvaartverkeer tussen cruciale handelsknooppunten binnen de Hanze, een samenwerkingsverband van handelaren en steden in het gebied rond de Noord- en Oostzee tijdens de Middeleeuwen vanaf medio 13e eeuw. Hoogtij beleefde de Hanze medio 15e eeuw en in de 17e eeuw ging het met dit samenwerkingsverband bergafwaarts, tot het definitieve einde in 1862. Door samenwerking probeerden de deelnemers hun handel te beschermen en uit te breiden, met als hoofddoel een handelsmonopolie in Scandinavië te veroveren en handelsprivileges in de rest van Europa te verwerven. Van oorsprong bestond de Hanze voornamelijk uit Duitse steden rond de Oostzee. Later traden ook Nederlandse steden toe. Het verbond bestond uit steden in het huidige België, Nederland, Duitsland, Polen, Noorwegen, Zweden en de Baltische staten, met tijdens de hoogtijdagen uitlopers naar Engeland in het westen en Finland en Rusland naar het oosten. De Hanzesteden dreven handel in het gebied van de Oostzee en de Noordzee.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Bloei van Kampen
In het huidige Nederland waren het vooral steden in het noorden en oosten die tot de Hanze toetraden. Een van die steden was Kampen, medio 13e eeuw reeds een belangrijke en machtige stad (‘het Rotterdam van de Middeleeuwen’) die toen al een flinke vloot aan koggeschepen had. Met die schepen werd de Ommelandvaart gemaakt: de zeereis rond Denemarken naar de Oostzee. In de steden rond de Oostzee werd zout verhandeld, dat Kamper Koggeschepen uit Portugal hadden gehaald. De gunstige ligging aan de drukbevaren handelsroute tussen de Zuiderzee en de Rijn maakte dat Kampen zich al snel had ontwikkeld van eenvoudige nederzetting tot welvarende handelsstad, die tussen 1330 en 1450 uitgroeide tot een van de machtigste en toonaangevende steden van Noordwest-Europa. De bloei van de stad Kampen uitte zich in de groei van de stadskern en de uitbreiding van het aantal gebouwen.
Afname rol Kampen
Er werd ook een nieuwe stadsmuur gebouwd met wel twintig poorten. Tot dan toe had de stad er eigen regels op nagehouden en zelf verbonden met steden in andere landen gesloten. Toen het Graafschap Holland oorlog voerde tegen de Hanze kwam aan deze situatie een einde: de stad werd gedwongen te kiezen voor een van beide zijden. Kampen was van oorsprong meer georiënteerd op de zeehandel met het oosten en trad daarom in 1441 formeel toe tot de Hanze, waarin de stad veel invloed verkreeg. Dat kon evenwel niet voorkomen dat de bloei van Kampen verder afnam vanwege het verzanden van de IJssel vanaf medio 15e eeuw en dat daaraan vooral in de 16e eeuw een einde kwam en ook de welvaart afnam. Pas nadat de Noordoostpolder en Flevoland waren ingepolderd, ging het met Kampen ook weer bergopwaarts.
Dit artikel is eerder verschenen in de special IJsselkogge van Archeologie Magazine in mei 2016.